Vertrek Griekenland uit eurozone is plotseling weer in beeld
ATHENE. Een vertrek van Griekenland uit de eurozone (”Grexit”) is plotseling weer in beeld, nu premier Antonis Samaras er maandag niet in is geslaagd zijn kandidaat voor het presidentschap verkozen te krijgen. De Grieken gaan eind januari naar de stembus. De links-radicale oppositiepartij Syriza maakt een goede kans de verkiezingen te winnen.
Syriza wil een einde maken aan het door de internationale geldschieters –het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Europese Unie en de Europese Centrale Bank (ECB)– opgedrongen bezuinigingsbeleid. Dat heeft de afgelopen jaren geleid tot oplopende werkloosheid en toenemende armoede onder brede lagen van de Griekse bevolking. De leider van Syriza, Alexis Tsipras, zei maandag dat de dagen van de bezuinigingen zijn geteld. Zijn partij, die volgens een recente peiling op 28 procent van de stemmen kan rekenen, streeft naar versoepeling van de voorwaarden voor de internationale steun en gedeeltelijke kwijtschelding van de Griekse schuld. Dat maakt het onzeker of Griekenland in de eurozone kan blijven.
Aan de andere kant heeft Tsipras verklaard dat hij de euro wil behouden. Ook heeft hij de schuldeisers toegezegd dat hij geen eenzijdige besluiten zal nemen. Bovendien zijn de verkiezingen, die waarschijnlijk op 25 januari gehouden worden, voor zijn partij nog geen gelopen race. In eerdergenoemde peiling is het verschil met de conservatieve partij Nieuwe Democratie van Samaras nog maar 2,5 procentpunt.
Het Griekse parlement slaagde er maandag in een derde en laatste stemming weer niet in een nieuwe president te kiezen. De regeringskandidaat voor het presidentschap, voormalig Eurocommissaris Stavros Dimas, kreeg 168 van de 300 stemmen in het parlement, twaalf te weinig om verkozen te worden. Veel waarnemers vrezen een langdurige politieke crisis, zoals het land beleefde in 2012 toen er twee keer parlementsverkiezingen nodig waren om een regering op de been te brengen.
De beurs in Athene sloot maandag met een verlies van 3,9 procent. De waarde van de euro zakte mede door de zorgen over de politieke en economische toestand van Griekenland maandag naar het laagste niveau ten opzichte van de dollar sinds augustus 2012.
Op 28 februari loopt het inmiddels verlengde steunprogramma voor Griekenland af. Het IMF en de landen in de eurozone hebben Griekenland sinds 2010 met noodleningen overeind gehouden. In ruil voor de leningen heeft de regering verregaande bezuinigingen en belastingverhogingen doorgevoerd. De gesprekken tussen Griekenland en zijn schuldeisers liggen al maanden stil. Het IMF en de eurozone willen dat Griekenland nog meer bezuinigt, maar Athene verzet zich hier tegen.
Het IMF liet weten dat na de verkiezingen wordt bepaald of Griekenland in aanmerking komt voor de volgende uitbetaling van de toegezegde noodkredieten. De gesprekken daarover worden hervat nadat de nieuwe regering is beëdigd, aldus een woordvoerder. Griekenland heeft op dit moment geen acute behoefte aan financiële steun, voegde hij daaraan toe. De ECB benadrukte wel dat Griekenland „indrukwekkende voortgang” heeft geboekt bij het op orde brengen van de overheidsfinanciën en modernisering van zijn economie.
Europees commissaris Pierre Moscovici (Economische Zaken) heeft Griekenland maandag gewaarschuwd dat het zich vol overtuiging voor Europa moet blijven inzetten, als het in de eurozone wil blijven. Ook moet het land hervormingen die de economische groei stimuleren, blijven steunen. De Nederlandse eurogroepvoorzitter Dijsselbloem onthield zich van commentaar op de ontwikkelingen in Griekenland.