Commentaar: Licht is Gods eerste en laatste woord
Het was een opmerkelijk berichtje van de NASA. De ruimtevaartorganisatie maakte bekend dat satellieten vanaf grote hoogte kunnen zien dat er rond de kerstdagen op aarde veel meer verlichting brandt dan normaal.
Je zou het omgekeerde kerstsymboliek kunnen noemen. Want het licht dat de NASA ver boven de aarde registreert, komt natuurlijk van beneden. Met Kerst gedenken we echter het feit dat God door de geboorte van Zijn Zoon in Bethlehem vanuit de hémel het Licht op aarde ontstak. Als de zonsopgang, maar dan van omhoog.
De profeet Jesaja spreekt in zijn profetieën over een volk dat in duisternis wandelt. Hij bedoelt daarmee in de eerste plaats zijn eigen volk in de tijd waarin hij leefde. Maar als profeet zag hij ook verder dan de horizon van z’n eigen tijd. Hij ziet een wereld vol duisternis en mensen die in die duisternis ronddolen. Rondjes draaien, in kringetjes lopen. Zonder ooit hun doel te bereiken. Zondaren zijn het, doelmissers.
Dát volk, zegt Jesaja, zal een groot licht zien. Zomaar, ineens. God doorbreekt Zelf het patroon van het gewone. Hij zorgt er in de geboorte van Jezus voor dat het ritme van donkerheid en duisternis, van verdriet en dood doorbroken wordt.
God Zelf doet met Kerst opnieuw wat Hij deed in de schepping. Hij sprak: „Daar zij licht.”
Het was Zijn eerste woord. En Zijn spreken schoof de duisternis die over de afgrond lag aan de kant. De donkerheid scheurde en het licht brak door op aarde. Niet definitief. De nacht van de zonde kwam. Niet van God, maar van de mensen.
Maar toch is die duisternis slechts een tussentijd, hoe diep ze ook zijn kan en hoe onoplosbaar ze zich ook presenteert. In Bethlehem keerde God door de geboorte van Zijn Zoon alles principieel om. Het donker van Efratha werd licht, de Koning van het heelal werd een Kind, het Woord werd vlees.
Licht was Gods eerste woord. En in de Bijbel is het in Jezus Christus ook Zijn laatste woord. In het Bijbelboek Openbaring staat in het laatste hoofdstuk dat er straks, als al het oude voorbijgegaan is, op aarde geen nacht meer zal zijn. Het zal niet meer donker worden. Letterlijk niet en figuurlijk niet.
Kerstfeest is niet het feest van kunstlicht. Want zelfs al verduizendvoudigen we alle verlichting in de wereld, dan nog zullen we daarmee de geestelijke duisternis niet kunnen verdrijven.
Kerst is het feest waarop we gedenken dat God Zelf op aarde voor de tweede keer het licht ontstak. Licht dat op Goede Vrijdag nog één keer uitgaat wanneer het Kind van Bethlehem als de Man van smarten alle duisternis op Zich neemt. Maar het is een donkerheid van slechts enkele uren. Pasen steekt het donker ten principale dood.
Maar hoe zit het dan met die donkere perioden in de geschiedenis ná Pasen? En met al dat duistere geweld op aarde? Als mensen uit Edom aan Jesaja vragen hoever de nacht gevorderd is, zegt hij dat de morgenstond gekomen is. Maar direct daar achteraan zegt hij: „En het is nog nacht.”
De Morgenster is opgegaan. Maar helemáál licht is het nóg niet.