Dat is volgens hoofdredacteur Wim Kranendonk van het Reformatorisch Dagblad de les die mediaredacties moeten trekken uit de affaire rond Trouwverslaggever Perdiep Ramesar. Hij werd vorige maand ontslagen nadat er twijfels rezen over het bestaan van door hem genoemde bronnen. „Onderling vertrouwen is essentieel binnen een organisatie. Maar het blijkt nu dat ook controle nodig is”, stelt Kranendonk.

Dagblad Trouw heeft een intern onderzoek uitgevoerd naar de betrouwbaarheid van de 1224 artikelen die Ramesar in de achterliggende zeven jaar schreef. Daarnaast heeft de hoofdredactie van Trouw ook een onderzoek laten uitvoeren door een onafhankelijke commissie. De redactie maakt de resultaten van beide onderzoeken zaterdag openbaar in de eigen krant.

Volgens de onderzoekers moeten 125 Trouwartikelen van de journalist (10 procent van het totaal) als niet-betrouwbaar en niet-geloofwaardig worden aangemerkt omdat de bronnen niet verifieerbaar zijn. De lijst van deze artikelen wordt zaterdag door Trouw gepubliceerd. De gewraakte artikelen zijn door de krant van de site gehaald.

Deze uitkomsten zijn ook voor het RD van belang, omdat de krant sinds 2012 gebruikmaakt van artikelen uit Trouw. Het RD heeft sindsdien dertien artikelen van Ramesar geplaatst. Van de discutabele 125 artikelen zijn er 5 overgenomen in het RD. Het betreft verhalen over mensen met een verstandelijke beperking en over criminaliteit onder allochtone jongeren. Artikelen van Trouw worden door het RD alleen in de papieren uitgave gepubliceerd.

Volgens Kranendonk verdient het respect dat de hoofdredactie van Trouw volstrekte openheid van zaken geeft. „Dat is moedig en daarmee laat ze zien dat bij haar kwaliteit en betrouwbaarheid vooropstaan.” Voor de RD-hoofdredacteur heeft de fraude geen gevolgen voor de samenwerking tussen Trouw en het RD. „Juist de transparante manier waarop deze fraudezaak wordt aangepakt, versterkt ons vertrouwen in het werk van Trouw.”