Economie

Is sparen nog een deugd?

Eeuwenlang was sparen een deugd. Maar die tijd is voorbij, stelt Robin Fransman. Door de vergrijzing leidt sparen niet langer tot investeringen, maar alleen nog tot méér schuld. En dat is onhoudbaar. Daarom moeten we minder sparen, rijke ouderen zwaarder belasten en vooral: meer kinderen krijgen.

Marcel ten Broeke

17 December 2014 21:17Gewijzigd op 15 November 2020 15:16
Robin Fransman         beeld Marijn Smulders
Robin Fransman beeld Marijn Smulders

We sparen ons… arm!

Hij is tegen loonmatiging, draagt vakbonden een warm hart toe, moet niets hebben van de exclusieve focus op export en ziet een hogere belasting op vermogen als onvermijdelijk. Bovendien is hij hartstochtelijk vóór een actieve gezinspolitiek.

Toch is Robin Fransman –opgeleid als politicoloog, maar door zijn verleden als beleggingsanalist, toezichthouder en directielid van de voormalige lobbyclub Holland Financial Centre steeds meer óók econoom geworden– al zeker 25 jaar prominent lid van de VVD.

Pardon? Is die partij het dan niet op werkelijk álle bovenstaande punten faliekant met hem oneens?

U zit bij de verkeerde partij hoor.

„Ik zal niet ontkennen dat ik het zwaar heb binnen de VVD. Helemaal nu de reactionair conservatieve stroming binnen de partij zo dominant is, wat je goed merkt rond thema’s zoals immigratie, godsdienst- en gewetensvrijheid. Maar toch, áls de VVD een liberale partij is, dan hoor ik daar thuis. En bovendien: veel van de punten waarop ik van mening verschil zijn economisch van aard en niet moreel-ethisch ingegeven. Ze zijn het gevolg van mijn analyse van de huidige problematiek. Die is volstrekt nieuw, en dan is het ook weer niet zo vreemd dat de VVD, net als zo veel instituten, nog steeds gevangen zit in het paradigma van de jaren tachtig, toen we kampten met te hoge lonen en een inflexibele economie. De situatie is nu echter radicaal anders.”

Wat het huidige probleem dan wél is, betoogt Fransman in zijn afgelopen maand verschenen boek “Sparen is geen deugd”. Een stellingname die voor de verstokte Nederlandse calvinist nogal een paradigmashift behelst, weet ook Fransman. „Er was een tijd dat spaargeld door het bedrijfsleven werd omgezet in investeringen voor de productie van goederen en diensten. Tóén was sparen een deugd.”

Dat directe lijntje van sparen naar investeren is echter gebroken, stelt hij. „Sinds de jaren 80 zie je al dat het bedrijfsleven, vooral als gevolg van de vergrijzing, steeds minder investeert en steeds meer geld oppot, terwijl er ondertussen wel hoge winsten worden gemaakt. De 500 grootste Amerikaanse bedrijven hebben samen maar liefst 2200 miljard dollar in kas. Voor het eerst in de geschiedenis van 200 jaar kapitalisme zijn bedrijven van leners eigenlijk spaarders geworden.”

Vanwege diezelfde vergrijzing nemen ondertussen ook de besparingen van burgers alleen maar verder toe. Enerzijds omdat oudere consumenten nu eenmaal minder besteden dan jongere, maar ook omdat in de woorden van Fransman „iedereen aan ziet komen dat we het moeilijk krijgen met de financiering van de AOW, de zorg en de pensioenen.”

Hoewel het in die situatie voor een individu heel slim kan zijn om dan inderdaad zelf meer te gaan sparen, ontstaan er grote problemen wanneer we dat allemaal tegelijk doen, stelt hij. „Als je collectief méér spaart, terwijl door een gebrek aan investeringen de economie niet meer groeit, nemen eigenlijk alleen nog maar de schulden toe.” Dat komt, zo stelt Fransman, doordat als de investeringen niet meergroeien in de financiële sector schulden en vermogen per definitie aan elkaar gelijk zijn. „Iedere euro die iemand dan extra bezit aan vermogen, is ergens anders altijd óók een extra schuld.”

Wanneer meer sparen alleen nog maar leidt tot meer (niet-productieve) schuld, houdt sparen als deugd dus ook op, zegt Fransman. „Omdat het niet meer leidt tot iets positiefs, maar alleen maar iets negatiefs. Sparen is dan onzinnig geworden. En je wordt er als samenleving ook niet rijker van. Meer schuld werkt uiteindelijk zelfs tegen je.”

Sparen Nederlanders ook in de huidige crisistijd dan zo veel?

„Niet vrijwillig. Wat dat betreft zijn het vooral bedrijven die sparen. Huishoudens hebben daar, dankzij lastenverzwaringen, fors gestegen pensioenpremies, maar vooral vanwege jarenlang volgehouden loonmatiging, allang de financiële ruimte niet meer voor. Daarom moeten in de meeste bedrijfstakken ook gewoon de lonen omhoog. Bedrijven maken recordwinsten, maar als ze die niet investeren, welk doel hebben die winsten dan nog? Hoge winsten, lage lonen, dat is een onhoudbaar proces. Iemand moet je spullen toch ook nog kunnen kopen? Als de koopkracht niet stijgt, heeft veel business gewoon geen enkel perspectief meer.

Wel sparen werknemers iedere maand verplicht grote bedragen via hun pensioenfondsen. Elke maand opnieuw stromen daar dus miljarden aan extra premies, rente en dividend binnen. Geld dat niet uitgegeven wordt aan échte spullen, maar elke maand weer op obligatie- en aandelenmarkten moet worden belegd en waarmee de koersen steeds verder omhoog worden gekocht. Daardoor gaat de rente richting nul en zien we her en der nieuwe bubbels.”

Inmiddels hebben we echter met elkaar het maximum bereikt van wat we in financiële producten kunnen sparen, meent Fransman „Veel mensen hebben het idee dat kapitaalmarkten oneindig diep zijn. Maar dat is niet zo. Achter die financiële economie zit een echte economie die al dat geld uiteindelijk wel moet gaan opbrengen. En als die niet meer groeit, zijn al onze beleggingen uiteindelijk waardeloos.”

Dat betekent overigens niet dat we vanaf nu niet meer rijker kunnen worden. „In financiële producten is het maximum bereikt, maar in échte producten, zoals woningen, auto’s, boten, caravans, campers, vakantiehuizen of juwelen, kun je onbeperkt sparen.”

Wat gebeurt er wanneer we toch door blijven sparen in financiële producten?

„Exact datgene wat we nu zien in de wereldeconomie. De rente gaat naar nul. De economische groei gaat naar nul. En er komt langzaam deflatie. Vermogen rendeert simpelweg niet meer en wordt zelfs minder waard. Dat is ook het rare. We denken met onze grote pensioenpotten onze toekomst veilig te hebben gesteld, maar eigenlijk is dat een vermogensillusie. Als de onderliggende economie door vergrijzing en een gebrek aan investeringen niet meer draait, moet je je ernstig afvragen wat die 1200 miljard aan pensioenvermogen eigenlijk waard is. Pensioen is nu eenmaal altijd en overal een claim op toekomstige productie. Wanneer je niet meer werkt, zul je het dus moeten hebben van de generatie die wél werkt. En als die krimpt, heb je een probleem. Ook duizend jaar geleden betekende géén kinderen al een slechte oude dag. Dat geldt eigenlijk nog steeds.”

Dat niet veel meer economen dit zien, komt volgens Fransman doordat de huidige situatie volstrekt nieuw is –„terra incognita!”– waardoor de doorsneewetenschapper dit simpelweg nog niet op zijn radar heeft. „Dít is het kapitalisme onder vergrijzingscondities. We hebben al 200 jaar kapitalisme, maar nog nooit vergrijzing gehad. In 80 procent van de wereldeconomie is de beroepsbevolking momenteel echter aan het krimpen. Behalve in Afrika en India. Maar daar kunnen ze natuurlijk nóóit de besparingen van al die andere landen absorberen.”

Minder sparen en zo dus tegelijkertijd onze private schuldlast terugdringen is daarom Fransmans devies. Een van de oplossingen die hij daarvoor aandraagt in zijn boek, is het aflossen van de eigenwoningschuld met pensioengeld. Een idee dat, mede dankzij de SGP, inmiddels al op de agenda staat in Den Haag. Vorige maand stelde staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken) positief te staan tegenover de mogelijkheid om mensen toe te staan met pensioengeld (premie of opgebouwd pensioenvermogen) hun hypotheek af te lossen.

Een prima plan, zegt ook Fransman, die het idee in 2011, ongeveer gelijktijdig met vakorganisatie RMU, in een column bepleitte. „We sparen nu als gekken voor pensioen om tegelijk grote hypotheekschulden aan te gaan. Netto worden we daar niets wijzer van, maar we vertragen er wel de economie mee en maken ons met die enorme pensioenpot ook erg afhankelijk van de financiële markten en het buitenland. Veel beter is het om je eitjes over meer mandjes te verspreiden. Een afgelost huis betekent gratis wonen, en dat is een uitstekende pensioenvoorziening. En als ik mijn hypotheek aflos met pensioengeld, gaat niet alleen mijn schuld omlaag, maar duw ik tegelijkertijd ook niet elders met mijn besparingen iemand extra de schulden in. Je hebt zo dus twee keer profijt.”

Volgens Klijnsma rendeert een euro in de pensioenpot wel beter dan met aflossen.

„Please, houd op! We hebben de pensioenen gekort en al vijf jaar niet geïndexeerd! Ook de komende tien jaar gaan de pensioenen echt niet verhoogd worden. Al maken pensioenfondsen 10 procent rendement per jaar, dan nóg zie je daar als pensioendeelnemer geen zier van. Dan heb je toch alleen maar een negatief rendement? En ja, dan kún je als Klijnsma natuurlijk benadrukken dat het historisch rendement van pensioenfondsen toch heus 8 procent is. Ja, dát was toen we nog kinderen kregen. En wat zegt de markt nu eigenlijk met een kapitaalmarktrente van onder de 1 procent? Die zegt: Pensioenen zijn onbetaalbaar geworden. Die zegt: Sparen is zinloos. De markt zegt: Er zijn geen investeringsmogelijkheden. En als nou wereldwijd het bedrijfsleven momenteel nérgens investeringsmogelijkheden ziet, zó weinig dat ze hun eigen centen niet eens investeren, wat doen wij dan met steeds meer pensioengeld op de aandelenbeurs?”

U pleit in uw boek ook voor een hogere belasting op vermogen. De VVD, uw eigen partij, is daar mordicus tegen.

„Dit is niet zomaar een keuze; het is onontkoombaar. Ook al krijgt de VVD 100 zetels, dan nóg is het gewoon onvermijdelijk om de belastingen te verschuiven van arbeid naar vermogen. We worden elk jaar meer een rentenierssamenleving waarin steeds minder mensen werken en steeds meer mensen van hun vermogen gaan leven. Terwijl ondertussen de overheidsuitgaven niet krimpen kúnnen door hogere uitgaven aan de zorg en de AOW. Als je dan vermogen niet méér belast, moet de belasting op arbeid, die al tot de hoogste in Europa behoort, dus nog vérder omhoog. Dat is onhoudbaar. Bovendien: nergens ter wereld is zo’n groot deel van de particuliere vermogens belastingvrij als in Nederland. We belasten slechts 400 miljard van de in totaal 2500 miljard euro aan vermogen.”

Met name ouderen moeten volgens u meer belasting gaan betalen. Electoraal lijkt me dat geen sinecure.

„Ouderen zijn nog nooit zo rijk geweest als nu, zowel in inkomen als in vermogen. Vroeger was juist oud arm en jong rijk. En dus had je toen overdrachten van jong naar oud. Die situatie is nu echter volledig gekanteld. Dan moeten dus ook die overdrachten andersom gaan lopen. Wanneer de politiek echter haar oren laat hangen naar ouderen, verworden vergrijzende samenlevingen tot een gerontocratie (een door ouderen gedomineerd politiek systeem, MtB). En dan weet je zéker dat je collectief zelfmoord pleegt. Kijk maar naar Japan. Daar zijn de financiële risico’s voor jongeren inmiddels zó groot dat ze daar amper nog durven te trouwen of kinderen te krijgen. Dat is dramatisch.”

Daarom is Fransman ook voor een veel actievere gezinspolitiek door de overheid. „En ik snap niet dat ik daar nu zo alleen in sta. Werkelijk bij álles mag de overheid tegenwoordig ingrijpen, tegenhouden of stimuleren, behálve bij kinderen krijgen. Terwijl we dat natuurlijk op allerlei manieren wel gewoon beïnvloeden en te vaak ontmoedigen. Het collectieve belang van kinderen krijgen in een vergrijzende samenleving is daarvoor echter te groot. De enige andere oplossing die er anders nog rest is immigratie. Alsof daar dan geen kosten mee gemoeid zijn!”


Inflatie- of deflatiespoken?

Is inflatie diefstal, omdat hierdoor geld minder waard wordt? Of moeten we net als de Europese Centrale Bank (ECB) vooral het deflatiespook vrezen? Robin Fransman vreest deflatie absoluut meer dan een beetje inflatie. „Inflatie is vervelend voor mensen met vermogen en fijn voor mensen met schuld. Bij deflatie verschuift er juist rijkdom van mensen met schuld naar mensen met vermogen. Als je dan toch verschuiven gaat, dan is het voor de economie beter om dit van rijk naar arm te doen dan andersom. Tegelijkertijd is een echt hoge inflatie ook zeer schadelijk. Het beleidsdoel van de ECB, een inflatie van 2 procent per jaar, is gewoon goed.”

Een veel belangrijker reden waarom een beperkte stijging van het prijspeil volgens hem prettiger is dan een situatie van dalende prijzen, is dat inflatie voor iedereen de risico’s van economisch handelen verlaagt. „Deflatie maakt investeren, maar ook een huis kopen méér risicovol. In die zin is een beetje inflatie echt een smeermiddel voor de economie. Het leidt, mits de spaarrente hoger is dan de inflatie, tot winst voor iedereen.”

Mensen die inflatie betitelen als ”geldmoord”, zoals monetair econoom Edin Mujagic eerder deed in deze krant, hebben daarom volgens Fransman het wezen van welvaart niet begrepen. „Zij gaan ervan uit dat geld op zichzelf welvaart is. Dát is een basisfout. Rijkdom zit niet in geld maar in de echte economie. Ze verwijzen dan naar die fijne 19e eeuw, toen er helemaal geen inflatie was. Maar hoeveel mensen denk je dat er in die tijd over spaargeld beschikten? Misschien de top 0,1 procent. De rest had niets en werkte van loonzakje tot loonzakje zeven dagen in de week van ’s morgens 6 tot ’s avonds 9 in fabrieken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer