LEI: effect Russische boycot kleiner dan gevreesd
DEN HAAG. Het effect van de Russische boycot van voedsel uit de Europese Unie (EU) op de Nederlandse groente- en fruitteelt is veel kleiner dan in augustus werd gevreesd. Dat bleek woensdag uit een analyse van het sociaal-economisch onderzoeksinstituut LEI Wageningen UR.
LEI-onderzoeker Siemen van Berkum heeft op een rijtje gezet hoe de export en de prijsvorming van tomaat, appel en peer –de drie producten waarvoor de grootste marktverstoring werd verwacht– zich de afgelopen vier maanden hebben ontwikkeld. Zijn conclusies liegen er niet om: tomaten brengen meer op dan in dezelfde periode in de afgelopen jaren en de export van tomaten en van peren verloopt vlot. Alleen bij appel lijkt sprake te zijn van meer concurrentie voor Nederlandse appels op de interne Europese markt.
Rusland kondigde begin augustus een boycot af van onder meer groente, fruit, zuivel en vlees uit onder meer de EU. Het land reageerde hiermee op westerse sancties vanwege de Russische bemoeienis bij het conflict in Oekraïne. Met name de groente- en fruitsector vreesde een miljoenenschade. LTO raamde die op 600 miljoen euro op jaarbasis, statistiekbureau CBS hield het op 139 miljoen. Door het wegvallen van de Russische markt zouden telers aanzienlijk minder voor hun producten krijgen.
De tomatenexport was de afgelopen vier maanden vrijwel gelijk aan die in dezelfde periode vorig jaar, en hoger dan in 2011 en 2012. De exportblokkade naar Rusland –voor Nederlandse tomaten na augustus toch al geen belangrijke markt meer– heeft de totale export niet beïnvloed, concludeert het LEI.
Het klinkt vreemd, maar de Nederlandse tomatenteelt spint volgens Van Berkum zelfs garen bij de Russische boycot. „De eerste twee weken was inderdaad sprake van een dramatische prijsval maar daarna herstelden de tomatenprijzen zich weer. De laatste twee maanden zijn ze zelfs beter dan gemiddeld in dezelfde periode in de afgelopen jaren. Dat komt doordat de productie in Spanje verlaat op gang is gekomen. De Russische boycot heeft bij die beslissing van de Spanjaarden, voor wie Rusland juist een belangrijke afzetmarkt is, vast een rol gespeeld.”
De afgelopen jaren ging zo’n 30 procent van de Nederlandse perenexport naar Rusland. Exporteurs zijn er echter in geslaagd alternatieve afzetmarkten aan te boren, stelt Van Berkum. „De export ligt op hetzelfde niveau als in het topjaar 2011. De perenprijzen zijn wel laag, maar dat is te wijten aan de grote oogst van dit jaar.”
De appelprijzen zijn eveneens laag door een grote oogst. Maar bij dit product speelt ook de Russische boycot –het land was de afgelopen jaren goed voor ongeveer 10 procent van de Nederlandse appelexport– een negatieve rol. „Andere Europese landen, vooral Polen, bieden appels die voorheen naar Rusland gingen nu op de interne EU-markt aan. Dat drukt de prijsvorming van de Nederlandse appels”, zegt Van Berkum. Tegelijkertijd zijn er volgens hem ook geluiden dat enkele Poolse appelsoorten op de West-Europese markt niet echt populair zijn.
De gevolgen van de Russische boycot voor de (boeren)prijzen van varkensvlees zijn volgens Van Berkum moeilijk in te schatten. De export van varkensvlees vanuit de hele EU naar Rusland ligt al sinds februari stil, nadat ongeveer een jaar geleden in Polen en Litouwen varkenspest opdook. Nederland als grote exporteur is nu erg afhankelijk van de interne Europese markt. Maar daar staat tegenover dat de productie in de Verenigde Staten is teruggelopen vanwege een besmettelijke ziekte –een soort diarree– onder de varkens in dat land. „Daardoor zijn de Amerikanen meer varkensvlees uit Europa gaan importeren. Ook de vraag uit Korea en Japan is toegenomen.”
Mocht de Russische grens binnenkort weer opengaan voor voedsel uit de EU, dan zal dit volgens Van Berkum niet snel leiden tot het aantrekken van de markt voor agrarische producten. „De roebel is intussen 40 tot 50 procent in waarde gedaald vergeleken met een jaar geleden. Daardoor zijn onze producten duurder geworden. Rusland is op dit moment helemaal geen aantrekkelijke markt meer. De bloemen hebben daar al last van maar het zal ook voor vlees en zuivel gelden.”