Emigratie van boeren over top heen
Emigreren naar Canada, Denemarken of Duitsland. Voor veel boeren was het jarenlang de oplossing om regelgeving en dure melkquota te ontvluchten. Die tijd lijkt voorbij door lagere opbrengsten van landbouwgrond. Toch trok de beurs Emigraria woensdag en vandaag enkele duizenden bezoekers. „Een goed bedrijf verkoopt zichzelf.”
”Groeten uit de USA”. De Zwolse IJsselhallen lijken het decor van een vakantiebeurs. De gesprekken gaan echter duidelijk over emigratie van boeren en tuinders. De onmiskenbare geur van kuilvoer bevestigt dat de juiste doelgroep is afgereisd naar de Overijsselse hoofdstad.
Prominent aanwezig zijn de bekende landen: Canada, Denemarken en Duitsland. Maar ook Nieuw-Zeeland, Frankrijk en Australië dingen naar de gunst van de Nederlandse boer. Tsjechië, Roemenië en Polen, nieuwkomers in de Europese Unie, ruiken kansen, maar stellen zich in de presentatie bescheiden op. De Roemeense standhouders worstelen halverwege de eerste beursdag nog steeds met een onwillige laptop. De bezoekers moeten het doen met folders en een glimlach.
Emigratie is uit de gratie, zo blijkt uit cijfers van het Landbouw-Economisch Instituut. In 2002 vertrokken nog tussen de 250 en 350 boeren naar het buitenland. Exacte cijfers over 2003 ontbreken, maar de verwachting is dat dit aantal met de helft is gedaald. De oorzaak is bekend. In 2003 zijn de verkoopprijzen van agrarische bedrijven gedaald door de afnemende vraag naar landbouwgrond. Minder opbrengst betekent minder investeringsmogelijkheden in het buitenland.
H. Beltman van Interfarms herkent de tendens. De organisatie begeleidt emigranten bij de verkoop van hun bedrijf en bij het zoeken naar een nieuwe vestigingsplaats. In populaire emigratielanden zijn makelaars van Interfarms gevestigd. „Het is moeilijk om in Nederland het eigen bedrijf te verkopen. Met de dalende opbrengst daarvan is het niet mogelijk om in het buitenland een stap voorwaarts te maken. Dan blijven veel boeren liever hier.”
Toch blijven er twee belangrijke redenen om te vertrekken, aldus Beltman. „In ons land is het voor melkveehouders moeilijk om te groeien, vooral door de dure melkquota. Hierdoor ziet een opvolger geen toekomst. Verder ervaren emigranten de soepele regels in het buitenland als een verademing. Daar gaat het tien keer makkelijker.”
Het overheidsbeleid heeft de prijsdaling van landbouwgrond versterkt. Agrarisch makelaar R. Berg: „Vroeger kocht de overheid ieder vrijkomend stuk grond met een beetje natuurwaarde direct op. Na een periode van afwezigheid werkt zij nu met een budget en koopt veel gerichter.”
De malaise verschilt per sector. „In de varkenshouderij gaat het al vier jaar slecht. Alleen een groot bedrijf, met minimaal 3000 vleesvarkens, is goed verkoopbaar. De kippensector mag niet klagen. Die gaat profiteren van de vogelpest in het Verre Oosten.”
Voor melkveehouders ligt de keuze moeilijker. „Hier in Nederland is de financiële bodem bij nogal wat bedrijven in zicht door een blijvende druk op de melkprijs. In Canada is de sector nog altijd rendabel, maar de dure quota vormen ook daar een probleem.”
Makelaar Berg, die zelf vijf jaar geleden zijn bedrijf van de hand deed, ziet wel een lichtpuntje. „Ik voel dat de markt iets aantrekt. Meer mensen tonen interesse in te koop staande boerderijen. En je moet maar zo rekenen, een goed bedrijf verkoopt zichzelf.”
Twee twintigers bekijken op een afstandje de stand van de Amerikaanse staat Texas. De broers Krabbenborg -vader heeft een melkveehouderij- zijn actief op zoek naar buitenlandse mogelijkheden. „Wij willen graag groeien, maar de quota zijn zo duur. De afgelopen jaren hebben we 500.000 euro geïnvesteerd. Het rendement is echter nihil.”
De broers richten hun blik buiten Europa. „Onze broer zit nu in de Verenigde Staten om de mogelijkheden te bekijken. Als hij terugkomt, bepalen we de volgende stap.”
Bij de stand van Polen bladert melkveehouder F. J. Willemse door een brochure. „Ik kom zomaar even kijken. Op dit moment probeer ik te overleven na de investeringen van de afgelopen tijd. Mijn bedrijf heeft toekomst, emigratie is daarom geen noodzaak.”
De boer met 130 koeien kijkt met een andere bril naar rendement. „Het is een kwestie van presenteren. We moeten niet te veel klagen. Eigenlijk moeten zelfstandige boeren een keer in loondienst gaan werken. Dan willen ze graag weer terug.”