Ex-patiënt Van den Brink: Houd second opinion in het basispakket
Een second opinion zou niet uit het basispakket van de ziektekostenverzekeringen moeten worden gehaald, maar juist veel normaler moeten worden, vindt Henk van den Brink (56). Hij weet waarover hij praat. Een ingrijpende operatie vanwege nierkanker bleek voor hem bij nader inzien onnodig. „Artsen verbazen zich erover dat patiënten in medische zaken vaak zo weinig kritisch zijn.”
toen
In 2012 kwam ik in mijn woonplaats Apeldoorn in het Gelreziekenhuis terecht vanwege enorme pijn in mijn buik. Gedacht werd aan galstenen. Tijdens de ziekenhuisopname werd er bloed in de urine aangetroffen. „Het zijn geen galstenen, maar nierstenen”, zeiden de artsen. De pijn bleek toch veroorzaakt te worden door galstenen, die uiteindelijk op natuurlijke wijze verdwenen zijn.
Omdat er bloed in de urine was vastgesteld ging ik terug naar de huisarts. Die stuurde me weer naar het ziekenhuis. Omdat we in het Gelre minder gunstige ervaringen hadden opgedaan, ging ik naar het Deventer Ziekenhuis, waar onze dochter werkt. Daar zei de uroloog: „Niets aan de hand.”
„Maar dat bloed dan?” zei ik. Hij stuurde me terug naar de huisarts, maar die verwees me weer naar Deventer, ditmaal naar een nefroloog, een specialist in nieraandoeningen. Ze liet een CT-scan maken, waarop wel iets zichtbaar was, maar dat kon ontstaan zijn uit een zeer kleine beweging tijdens het scannen. Ze vertrouwde het niet helemaal, dus er volgde een MRI-scan. Daaruit bleek dat er een tumor van zo’n 5 centimeter doorsnede op een nier zat. Het is altijd afwachten of een tumor kwaadaardig of goedaardig is, maar ze zei: „Op grond van wat ik weet, kan ik vrijwel met zekerheid zeggen dat het kanker is.”
Een nefroloog opereert niet; dus ik moest weer naar de uroloog. Die wilde eerst een punctie doen. Ik zei: „Daar ben ik niet blij mee, want dan prikt u in de tumor. Als de naald er dan uit wordt gehaald, kunnen er kwaadaardige cellen in het lichaam terechtkomen.” Daar zijn voorbeelden van bekend. Hij zei: „U praat over 1 op de 1000 gevallen.” Hij wilde echt eerst een punctie doen voordat hij zou opereren.
We gingen niet met een fijn gevoel naar huis, dus ik nam contact op met de nefroloog. Volgens haar was het vrijwel zeker dat het kanker was, en dus was een riskante punctie niet nodig. Ze zei: „Vraag een second opinion aan.” Ze had goede ervaringen met UMC Radboud in Nijmegen, maakte een afspraak voor ons en stuurde de gemaakte scans op.
nu
Tijdens ons eerste bezoek aan Nijmegen bleek dat het hoofd van de afdeling urologie de foto’s had bekeken. Hij zei direct: „Deze operatie kunnen we met een robot doen.” Dat betekende dat er niet een enorme wond nodig was, maar slechts vier kleine sneetjes. Hij zei ook dat hij de nier slechts gedeeltelijk wilde verwijderen: ik zou meer dan de helft kunnen behouden en die zou gewoon door kunnen functioneren. Dat was temeer een geruststelling omdat het vanwege dat bloed in de urine niet duidelijk was of beide nieren wel goed functioneerden.
Deze operatie met de robot zou dus veel minder impact hebben dan de traditionele ingreep. Dat bleek ook wel. Op 7 januari 2013 ben ik geopereerd. Twee dagen later zat ik op bed met mijn computer klanten te helpen en op 14 januari zat ik thuis alweer op kantoor.
Bij een grote operatie zou ik een langdurige herstelperiode tegemoetgaan. Ik ben kleine zelfstandige –ik verkoop, implementeer en onderhoud software–, dus er zou in die maanden geen inkomen zijn.
Zo’n operatie met een robot is heel ingenieus. Het is een soort afstandsbediening. De operateur zit achter een computerscherm en bedient de robot. Op het scherm kijkt hij via een minicamera in de buik, die met gas wat opgeblazen wordt. De operatie heeft met drie verschillende robotarmen plaats. Via een iets grotere snede wordt de tumor, via een al in de buik gesloten zakje, afgevoerd. Dit zakje gaat direct naar een patholoog-anatoom, die dan het weefsel onderzoekt. Van groot belang is bijvoorbeeld dat de snijrand schoon is: vrij van kankercellen.
straks
Ik ben ontzettend blij dat ik voor een second opinion naar Nijmegen ben gegaan. Daardoor heb ik een veel minder ingrijpende operatie ondergaan dan in Deventer nodig werd geacht. Mijn lichaam heeft er nauwelijks onder geleden en ik heb een groot deel van mijn nier behouden.
Stel je voor dat ik geen second opinion had aangevraagd. Als ik dan iets zou voelen, zou ik direct denken: O, zouden er door de punctie toch kankercellen door het lichaam verspreid zijn? Leven met één nier is doorgaans geen groot probleem, maar ik heb er gelukkig nog twee, die allebei ook nog goed blijken te functioneren. Dat ervaren we als een grote zegen.
Drie weken na de operatie was er een open dag in Nijmegen. Een arts liet er de werking van de robot zien en legde uit dat een operatie via de robot minder schade toebrengt aan een lichaam en daardoor doorgaans een snel herstel laat zien. Ik zei: „Ik ben onlangs met dit apparaat geopereerd.”
De afgelopen twee jaar heb ik niet meer behoeven te verzuimen en geen klachten meer gehad. Ik ging elk kwartaal op controle, maar al snel vond de arts het genoeg als ik eens in het halfjaar terugkwam.
Tijdens de bezoeken vertelde ik mijn ervaringen. De controlerend arts zei: „Veel mensen zijn in medische zaken niet kritisch.” De dokter zal het wel weten…
Wij waren door eerdere negatieve ervaringen al kritisch: Klopt dit wel? Niet bij alles is een second opinion nodig, maar bij ingrijpende zaken zou die eigenlijk standaard moeten zijn. Als mensen een huis kopen of (ver)bouwen, doen ze ook eerst onderzoek. Bij meerdere hypotheekverstrekkers en meerdere aannemers. Je kijkt naar offertes en referenties. Bij medische zaken geven we ons echter vaak over aan één arts. Die is ongetwijfeld heel bekwaam, maar in een ander ziekenhuis is er soms andere kennis, nieuwe inzichten of moderne(re) apparatuur. Artsen blijven mensen die fouten kunnen maken. Een second opinion kan zeer de moeite waard zijn, en dat moet niet worden afgeremd door het uit het basispakket te halen.