Gemeenteopbouw in het licht van de Schrift
Titel:
”Gemeentegetrouw. In gesprek over de opbouw van de gemeente”; door ds. H. van Ginkel
Uitgeverij: Kok, Kampen, i.s.m. de Gereformeerde Bond in de Hervormde Kerk, 2003
ISBN 90 435 0697 4
Pagina’s: 74
Prijs: € 8,95. Het thema gemeenteopbouw kan gerust actueel worden genoemd. Uit verschillende hoeken in het kerkelijke leven komen visies op dit onderwerp naar voren. Het is dan ook van groot belang dat het op een bijbelse en confessionele wijze wordt benaderd. Het boekje ”Gemeentegetrouw”, van de hand van ds. H. van Ginkel, leent zich daar uitstekend voor.
Het boekje is uitgegeven in een serie die verschijnt in samenwerking met de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk. De auteur, hervormd predikant in Goes, geeft in kort bestek veel wat de moeite waard is om overdacht te worden.
Het werk van de drie-enige God in het vergaderen en bewaren van Zijn gemeente is het uitgangspunt voor zijn behandeling van gemeenteopbouw. Daarmee geeft de schrijver heel duidelijk aan dat het in de opbouw van de gemeente ten diepste niet gaat om ons werk en onze activiteiten, maar om het werk van de Heere, Die Zijn gemeente geroepen heeft uit de duisternis tot Zijn licht.
Het bijbelse evenwicht wordt bewaard door ook ten volle aandacht te geven aan onze roeping om ook gestalte te geven aan het gemeentezijn. Terecht benadrukt de auteur elke keer weer dat we onze verwachtingen niet moeten bouwen op onze visies, methodes of deskundigen. Bij al het werk in de christelijke gemeente zijn we aangewezen op de Heilige Geest, Die werkt door het Woord.
Willow Creek
De auteur benadrukt de onopgeefbaarheid van de prediking van het Evangelie. Zonder de bediening van het Woord is er geen gemeenteopbouw in bijbelse zin. Kritisch wordt ook gekeken naar bewegingen die sterk in de belangstelling staan als het gaat om gemeenteopbouw. Aan de hand van het boek van G. A. Pritchard over het functioneren van de gemeente van Willow Creek, wordt ook deze beweging op evenwichtige wijze beoordeeld en worden de tekorten en eenzijdigheden aangewezen.
De beperkte omvang van het boek heeft ertoe geleid dat niet dieper op andere visies, die ook in de gereformeerde gezindte doorwerken, kon worden ingegaan. Dat geldt trouwens voor het geheel van het boek.
Ook de plaats van het ambt in relatie tot gemeenteopbouw komt op goede wijze ter sprake. Het ambt wordt in de moderne visies op gemeenteopbouw naar achteren geschoven en vaak van weinig betekenis geacht. Heel mooi verwoordt de schrijver de relatie tussen de ambten en de gaven in de gemeente: „De gaven functioneren onder leiding van de ambten.” Dit brengt hem ertoe ook zijn moeite met de zogenaamde gaventest naar voren te brengen. Hij doet dat op een voorzichtige en geestelijke wijze, die aanspreekt.
Trouw
Nadrukkelijk wordt ook vanuit de Schriften aangegeven dat de christelijke gemeente hier op aarde te maken heeft met het onvolmaakte. We kunnen niet alles organiseren om zo alles in de vingers te hebben. Het is verkeerd om resultaatgericht te werken en de Schrift gaat ons erin voor om de dag der kleine dingen niet te verachten. Het gaat om de volharding van het leven uit het Woord van God, door Zijn Geest.
Trouw aan de gemeente waarin God ons een plaats heeft gegeven is een teken van gezond kerkelijk besef. Het lijkt me goed dat ook daar vandaag over doorgesproken wordt, omdat een gedeelte van het kerkvolk vaak meer lijkt op winkelend publiek, dat dan hier en dan daar eens kijkt al naar gelang het uitkomt of in de smaak valt.