SCP: Samenleven met moslim wordt steeds moeilijker
DEN HAAG. Hoewel de beeldvorming over moslims in de afgelopen tien jaar verbeterd is, ziet nog steeds een groot deel van de Nederlanders weinig heil in een samenleving met moslims.
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) schrijft dat in de donderdag verschenen delen van haar omvangrijke studie ”Sociaal en Cultureel Rapport 2014”.
Volgens het SCP is ongeveer de helft van de Nederlanders van mening dat de spanningen tussen migrantengroepen en autochtonen de komende jaren zullen toenemen. Beide groepen zullen daarbij steeds negatiever over elkaar gaan denken wat, mede als gevolg van de onderlinge religieuze verschillen, het samenleven tussen migranten en autochtonen moeilijker zal maken. Bijna de helft van de bevolking in Nederland vindt volgens het SCP dat de leefwijze van moslims en de West-Europese leefwijze zelfs „onverenigbaar zijn.”
Met name de beeldvorming over Marokkaanse migranten is ongunstig. Dat is volgens het SCP waarschijnlijk het gevolg van de associatie met religieuze orthodoxie, radicalisering en „de oververtegenwoordiging van jonge mannen van Marokkaanse komaf in de verdachtencijfers.”
Volgens het SCP zijn ook migranten zelf (met name hoger opgeleiden en jongeren) somberder geworden over het maatschappelijk klimaat ten aanzien van migrantengroepen.
Hoewel in de afgelopen decennia het opleidingsniveau onder migrantengroepen gestaag is toegenomen, en er onder hen steeds meer een „middenklasse” ontstaat, is nog altijd ongeveer een derde van de migrantenjongeren werkloos, constateren de onderzoekers. Deels wijt het SCP dit aan het feit dat er, hoewel er grenzen vervagen, ook belangrijke grenzen tussen migranten en autochtonen blijven bestaan, onder meer doordat Turkse en Marokkaanse Nederlanders zich heel sterk identificeren met de eigen herkomstgroep.
Het SCP zoomde donderdag ook in op het verband tussen opleiding en afkomst. Hoewel burgers zelf vinden dat de eigen capaciteiten (opleiding, hard werken, ambitie) veel belangrijker zijn voor wat iemand bereiken kan dan zijn of haar afkomst, constateren de onderzoekers dat het verband tussen het opleidingsniveau –en daarmee de kansen op de arbeidsmarkt– en het milieu van herkomst nog steeds sterk is.
Zo noemt het SCP de achterstand van autochtone leerlingen met lager opgeleide ouders, vergeleken met kinderen van hoger opgeleide ouders, „hardnekkig.” Die verschillen ontstaan al op de basisschool en nemen in het vervolgonderwijs alleen maar verder toe, aldus de onderzoekers.
Verder nam in de afgelopen twee decennia de afstand tussen hoger geschoolden en lager en middelbaar opgeleiden op de arbeidsmarkt toe.
