Verstening zet leefbaarheid in stad onder druk
Betegelde voortuinen zijn slecht voor biodiversiteit, waterhuishouding en klimaat, betogen Cirsten Zwaagstra en Carijn Beumer.
Misschien is het u weleens opgevallen, rijdend, fietsend of lopend door een wijk in de stad. Misschien maakt u zich er zelf ook ‘schuldig’ aan? Steeds meer tuinen zijn niet meer voorzien van planten, bloemen of gras maar zijn bedekt met bestrating, grind, tuinmeubels en buitenkeukens. Volledige straten hebben voortuinen waarvan elke vierkante meter betegeld is om als oprit voor de auto te dienen. Steeds meer actiegroepen en gemeenten zetten zich daarom in om de ”verstening” tegen te gaan en de stad leefbaar te behouden.
De laatste decennia is de verharde oppervlakte in de particuliere tuin steeds verder vergroot. Om verscheidene redenen besluiten steeds meer mensen om plaveisel of grind op hun grondgebied aan te brengen. Vaak is men zich niet bewust van de effecten die de extra verharding met zich meebrengt.
In een eerste studie uit 2013 heeft het Kadaster in samenwerking met de gemeente Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen de tuinen in drie Groningse wijken in kaart gebracht. Luchtfoto’s uit 1998 en 2013 zijn gebruikt om verstening van tuinen te meten. De verstening in de tuin bleek in vijftien jaar met 3 tot 25 procent te zijn toegenomen. In 2013 liep de verstening op privaat gebied in enkele wijken richting de 85 procent.
Maastricht University heeft dit jaar een vergelijkbare studie gedaan naar de biodiversiteit van voortuinen. Ook uit deze studie blijkt dat de versteende tuin de populairste tuin is: 30 procent van de tuinen heeft meer dan de helft van het oppervlak bedekt met tegels. Daarnaast is 13 procent van de voortuinen voor meer dan de helft bedekt met grind. In deze zeer versteende gebieden zullen vogels, bijen, vlinders en egels hun heil ergens anders moeten zoeken. Omdat landbouwgebieden weinig variatie bieden en natuurgebieden ook niet groter worden, kan de particuliere tuin een rijke verscheidenheid aan voedsel en leefgebied voor vele soorten leveren.
Behalve op de biodiversiteit heeft verstening in de stad ook effect op de waterhuishouding en het klimaat. Verstening zorgt ervoor dat water sneller naar de riolen loopt. De riolen bereiken eerder de maximale capaciteit, wat resulteert in wateroverlast. Een drastische stijging van het verharde oppervlak kan ertoe leiden dat gemeenten het rioolstelsel moeten aanpassen, bijvoorbeeld door het regenwater en het rioolwater in een apart systeem onder te brengen. Behalve dat wateroverlast vervelend is, kost die de gemeenschap veel geld.
Hitte-eiland
Verstening van tuinen heeft ook effect op het klimaat in de stad. De steden vormen al geregeld een ”stedelijk hitte-eiland”, een fenomeen waarbij de stad veel warmer is dan het omliggende platteland. Temperatuurverschillen tussen stad en platteland kunnen oplopen tot 7 à 8 graden en worden mede veroorzaakt door verstening in de stad. Mensen die in de zomer last hebben van de hitte zijn daarom niet gebaat bij extra verstening in de stad.
Verstening is een direct gevolg van verstedelijking. Bebouwing, wegen en parkeerplaatsen zorgen alle voor verstening van het oppervlak. Het zijn dus zeker niet alleen de tuinen die een effect hebben op het stedelijk klimaat, de waterhuishouding en de biodiversiteit. Om de steden leefbaar te houden zullen zowel burgers als de gemeenten zich moeten inzetten om verstening te beperken.
Dat er maatregelen nodig zijn staat buiten kijf: in de toekomst verwacht men dat hittegolven en stortbuien frequenter zullen voorkomen. Hiermee zal de leefomgeving in de stad meer onder druk komen te staan, en dat terwijl steeds meer mensen in steden wonen.
Actie
Vanuit meerdere hoeken wordt de verstening aangegrepen en worden belangrijke initiatieven gelanceerd. In verschillende gemeenten zijn er subsidies voor groene daken, een maatregel die bevorderlijk is voor biodiversiteit, wateropvang en klimaat. Daarnaast hebben meerdere gemeenten groenparticipatie-initiatieven: mensen wordt de mogelijkheid geboden om bijvoorbeeld samen met buren de buurt te vergroenen, waarbij de gemeente adviseert en faciliteert. Daarbij gaat het vooral om openbaar groen.
Voor de rol van particuliere tuinen was tot nu toe echter weinig aandacht. Operatie Steenbreek is een projectgroep die actie onderneemt om de verstening in particuliere tuinen tegen te gaan. Meerdere kennisinstellingen, natuurverenigingen en gemeenten hebben zich aangesloten bij de projectgroep om kennis over het vergroenen van particuliere tuinen te vergaren en te delen.
Voorbeelden van andere initiatieven zijn de tuinambassadeurs van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV). Zij geven vrijblijvend workshops en adviezen voor de tuin. Daarnaast heeft het Haags milieucentrum een flyer op de website ”Weinig werk, toch een groene tuin!” met informatie over hoe je een relatief onderhoudsvrije, maar toch groene tuin kunt hebben. Al met al goede initiatieven die meehelpen de stad nu en ook in de toekomst leefbaar te houden.
Cirsten Zwaagstra is recentelijk afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen en heeft met haar onderzoek naar verstening in tuinen de Rachel Carson Milieuscriptieprijs 2014 gewonnen. Carijn Beumer werkt bij Maastricht University en is onlangs gepromoveerd op haar onderzoek ”Stepping Stone Cities” naar de bescherming van de natuur via het vergroenen van steden.