Brussel aast op afsluiten handelsverdrag met VS
UTRECHT. Brussel hoopt het vrijhandelsakkoord TTIP nog rond te krijgen voordat Obama vertrekt, over twee jaar. Maar Europeanen meekrijgen zou nog weleens het moeilijkste kunnen zijn. De kloof tussen voor- en tegenstanders is diep.
Cecilia Malmström, Eurocommissaris van Handel, zat zondag de hele dag met haar Amerikaanse collega rond de tafel om alles op een rij te zetten. „We hebben hele hoge ambities”, zei ze eind vorige week tegen een groep journalisten, „en zij ook.” Met de Republikeinen in het Congres, die positief zijn over vrijhandel, en een president die graag nog wat successen wil behalen, denkt de Commissie dat er de komende twee jaar wel wat uit te halen valt. Vanaf februari volgend jaar gaan de onderhandelaars weer aan het werk.
TTIP
Het zogenaamde Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) gaat niet alleen over het schrappen van tarieven, maar ook over het harmoniseren van regels en over het openen van de markten voor investeerders overzee. Daarmee is het een verregaande stap richting vrijhandel tussen twee van de grootste economieën ter wereld. „Het is de moeder aller handelsverdragen”, aldus Malmström.
Tot vorig jaar lette niemand op de vrijhandelsverdragen die Brussel vrolijk met de hele wereld afsloot, maar in 2013 barstte plots de bom. Kritische niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) ontdekten het megaverdrag. Volgens hen ondermijnt het de democratie door te veel macht te geven aan big business. Milieu- en gezondheidsregels zouden in gevaar komen, bijvoorbeeld over genetisch gemodificeerd voedsel.
In Nederland en België valt de discussie nog mee, maar vooral Duitsland staat op z’n kop. Vorige week bleek dat zelfs de coalitiepartij SPD zich afvraagt of dit verdrag wel wenselijk is.
De meest heikele kwestie is de beschermingsconstructie voor investeerders. Investeerders die vinden dat ze worden geschaad als het gastland de regels verandert, mogen dat gastland voor een tribunaal dagen, een zogenaamde Investor-State Dispute Settlement (ISDS). Er spelen een paar beruchte zaken, zoals die met de Zweedse energiegigant Vattenfall, die 3,7 miljard van Duitsland eist omdat het land stopt met kernenergie. Deze tribunalen ondermijnen het democratische proces, zeggen critici.
Eerlijke vorm
Op zich valt tegen deze kritiek wel wat in te brengen. Er bestaan in Europa in totaal 1400 ISDS’en in het kader van verdragen. Er zijn allerlei goede en slechte constructies denkbaar. De Europese Commissie stelt dat ze willen gaan voor een eerlijke vorm, transparanter dan de bestaande, met onafhankelijke arbiters en een beroepsmogelijkheid. En als het gaat om de regels voor milieu en gezondheid zegt de Europese Commissie dat deze standaarden totaal niet in het geding zijn. De regels worden geharmoniseerd, niet versoepeld, zegt Malmström.
Het heeft echter niet geholpen dat critici een tijdlang volledig werden genegeerd door de Commissie. Documenten werden niet vrijgegeven, waardoor de achterdocht voor de lobby van multinationals alleen maar toenam.
De nieuw aangetreden Commissie is nu verwoed bezig met een charmeoffensief om de schade te repareren. Journalisten worden uitgenodigd, debatten worden georganiseerd, documenten worden online gezet en er is zelfs een Twitteraccount geopend. De onderhandelingen zelf werden op een laag pitje gezet om tijd te nemen voor een inspraakronde. Daar maakten vooral veel ngo’s gebruik van. Het verslag van deze inspraak wordt binnen een maand verwacht.
Diepe kloof
Als de discussie één ding heeft laten zien, is dat het wantrouwen als een kloof door Europa loopt. De tegenstanders van TTIP hebben het consequent over de lobby van „big business”, terwijl het duidelijk is dat al hun 27 regeringen zelf hebben aangedrongen op een vrijhandelsverdrag. De voorbeelden die ze noemen zijn ook niet altijd even sterk. Zo halen ze allerlei angstaanjagende arbitragezaken naar voren om te laten zien hoe slecht ISDS is. Maar in de meeste gevallen is nog helemaal niet bekend of de investeerders überhaupt gelijk gaan krijgen.
Groei
Aan de andere kant staan de voorstanders van vrijhandel, waar ook de economen in Brussel toe behoren. Daar is de overtuiging wijdverbreid dat ieder weldenkend mens automatisch voor meer vrijhandel moet zijn omdat het toch duidelijk is dat handel de enige weg is tot groei en groei de enige weg om armoede te voorkomen. Ook dat is uiteindelijk redeneren vanuit angst. Dat vrijhandel een dynamiek in gang zet die wel degelijk schade kan aanrichten, groepen kan benadelen en gevolgen heeft voor de democratie, lijkt niet serieus te worden genomen.
Het is de grote vraag of er mensen zijn die deze kloof willen overbruggen en een serieus debat over vrijhandel willen beginnen.