Visverbod Ketelbrug na dioxine
DEN HAAG. Bij de overgang van het Ketelmeer naar het IJsselmeer mag vanaf 1 januari 2015 niet meer gevist worden op wolhandkrabben en aal na het aantreffen van dioxine.
Dat blijkt uit een brief die staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) gestuurd heeft naar de Vissersbond. Het gaat om een bufferzone van 1 kilometer vanaf de Ketelbrug richting het IJsselmeer.
Na het nemen van monsters bij wolhandkrabben en aal bleek de vis „sterk vervuild” met polychloorbifenylen (pcb’s) en dioxine. Voorkomen moet worden dat de vis in de handel wordt genomen, aldus Dijksma in de eerder deze week gestuurde brief. Voor getroffen vissers met grote fuiken die niet naar een andere locatie kunnen uitwijken, wordt een financiële compensatie gegeven.
Voor vissers die hun vangtuig ook elders in het IJsselmeer kunnen uitzetten, geldt de compensatie niet. De Vissersbond stelt echter dat het visgebied rond de Ketelbrug van grote waarde is voor alle vissers omdat het een inlaatpunt is voor wolhandkrab, aal en andere soorten.
Daarom vreest de bond dat IJsselmeervissers „die het al zwaar te verduren hebben” het nog moeilijker krijgen.