• In mei 2008 meldt het IJslandse Landsbanki zich bij De Nederlandsche Bank om een internetspaarrekening op te zetten: Icesave. Goedkeuring wordt verleend, maar DNB geeft een limiet van 500 miljoen euro mee voor het eerste jaar.

• Volgens Icesave hebben begin oktober 2008 108.000 spaarders een rekening bij de internetbank, met een totaal vermogen van 1,6 miljard euro. Ook gemeenten en provincies hebben geld ingelegd.

• De overheid van IJsland nationaliseert Landsbanki op 6 oktober 2008, een dag erna is het niet meer mogelijk om geld op te nemen.

• Gedupeerde particuliere spaarders kunnen alleen een beroep doen op de IJslandse en Nederlandse garantieregelingen. Op 13 oktober laat DNB het depositogarantiestelsel in werking treden tot een bedrag van 100.000 euro.

• Op 11 oktober 2008 zegt de IJslandse staat toe zich te binden aan de eisen uit het garantiestelsel, maar het parlement en de bevolking spreken zich meer dan eens uit tegen betaling.

• Op 11 december 2008 start DNB met de uitbetaling van Nederlandse gedupeerden. Zo’n 100.000 spaarders dienen een aanvraag in.

• In januari 2013 geeft het hof van justitie van de Europese Vrijhandelsassociatie (EFTA) IJsland gelijk dat het weigert Nederlandse en Britse rekeninghouders van Icesave te compenseren.

• Inmiddels heeft de Nederlandse overheid ongeveer de helft –734 miljoen euro– binnen uit de failliete boedel van Landsbanki.

• Op 7 augustus 2014 sluit DNB een overeenkomst met Deutsche Bank voor de verkoop van de resterende vordering op Landsbanki. Met deze verkoop is de 1,636 miljard euro die is uitbetaald onder het depositogarantiestelsel aan Icesavespaarders volledig terugbetaald.

• Lokale overheden krijgen op 20 oktober 2014 hun schuld met rente terugbetaald door hun vorderingen commercieel te verkopen.

• Op 5 december 2014 krijgen ook spaarders met meer dan 100.000 euro inleg te horen dat ze hun tegoed volledig terug krijgen.