Opstelten beperkt zondagswerk justitie
DEN HAAG. Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) is bereid om in nieuw wetsvoorstel inzake de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren officieren van justitie met principiële bezwaren tegen zondagsarbeid zo veel mogelijk te ontzien.
Dat blijkt uit de concept-wettekst die de bewindsman deze week aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Plegers van relatief geringe delicten –winkeldiefstal, bekladding, bespugen van agenten– mogen sinds vorig jaar rechtstreeks worden berecht door justitie, zonder tussenkomst van de rechter. Opstelten wil dat dit snel gebeurt, indien mogelijk binnen maximaal 17 dagen. Diverse vestigingen van het openbaar ministerie moeten daardoor zeven dagen per week geopend zijn, ook ’s avonds.
Het snelrecht wilde Opstelten opdragen aan een beperkte groep officieren van justitie die daarvoor structureel inzetbaar zijn. „Het selecteren van officieren vindt zoveel mogelijk plaats op basis van vrijwilligheid”, schreef hij eerder aan de Kamer. Onvoorziene omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat ook officieren van buiten de vaste kerngroep op incidentele basis een snelrechtzitting moeten leiden.
Als dat aan de orde komt op dagen waarop een officier niet wil werken in verband met het belijden van zijn godsdienst houdt het OM daar zoveel mogelijk rekening mee. Justitie zal dan officieren inzetten „die niet aangeven daar bezwaar tegen te hebben”, aldus Opstelten deze week.
Vorig jaar meldde de politie ruim 184.700 zaken aan voor een snelrechtzitting. Bij tweederde daarvan kon het OM inderdaad een besluit nemen over het strafrechtelijke vervolg.