Steenmarterjager Han Brinkcate gaat donderdag voor de eerste keer kijken in het stadion. „Ik ken de omgeving niet, want ik hou niet van voetbal”, zei hij dinsdag. „Als ik poolshoogte heb genomen, overleg ik verder met de club.” Brinkcate vermoedt dat het dier ergens in de catacomben van het stadion verblijft. Tijdens wedstrijden schrikt hij van het lawaai en probeert dan te vluchten.

De steenmarter leek aan het eind van de vorige eeuw vrijwel verdwenen uit Nederland. Maar het beschermde dier duikt de laatste jaren met name in het oosten van het land steeds vaker op. Hij nestelt zich graag in spouwmuren en onder de motorkap van auto’s en richt daar door knagen en scharrelen veel schade aan. Brinkcate krijgt jaarlijks zo’n 750 verzoeken om een steenmarter te verjagen, zegt hij.

„Het is verboden om het dier op te sluiten, want dan gaat hij dood. Vergiftigen is ook verboden. Klemmen zetten vind ik sadistisch. Ik heb andere, geheime technieken om zo’n beest te vinden en te verjagen”, aldus Brinkcate, die de steenmarter al dertig jaar bestudeert.