Volgens de regering hebben sommige atoomgeleerden, mogelijk uit persoonlijk winstbejag, geheimen verkocht aan andere landen, waaronder Iran, Libië of Noord-Korea. Ahmed wilde geen namen noemen. Minister van Binnenlandse Zaken Faisal Saleh Hayyat zei maandag dat de verhoren in een vergevorderd stadium verkeren en „zeer binnenkort” worden afgerond. Hayyat zei dat schuldigen worden aangepakt, ongeacht hun rang of status.

De zaak kwam eind november aan het rollen toen Iran zijn pogingen om kernwapens te ontwikkelen opbiechtte aan de nucleaire waakhond van de Verenigde Naties, het Internationaal Atoomenergie Agentschap. Acht medewerkers van Khan Research Laboratories, het kernwapeninstituut dat is genoemd naar zijn oprichter, de ’vader’ van de Pakistaanse atoombom dr. Abdul Qadeer Khan, zijn aangehouden voor verhoor.

De politie onderzoekt de bankrekeningen van sommige kerngeleerden. Volgens een melding zondag heeft de politie rekeningen van twee geleerden opgespoord waar verdachte miljoenentransacties op hebben plaatsgevonden. Hayyat wilde niet zeggen aan wie de rekeningen toebehoren, maar volgens de Pakistaanse pers concentreert het onderzoek zich op Khan zelf en op Mohammed Farooq, een voormalige directeur van het Pakistaanse kernwapenlaboratorium.

De Nederlandse ministers Bot (Buitenlandse Zaken) en Brinkhorst (Economische Zaken) schreven vorige week aan de Tweede Kamer dat technologie van het Almelose bedrijf Urenco voor de verrijking van uranium met ultracentrifuges behalve in Pakistan en in Iran mogelijk ook in Noord-Korea en Libië is terechtgekomen. De verrijkingstechnologie staat mede aan de basis van het Iraanse nucleaire programma, aldus de ministers. De technologie is waarschijnlijk in de jaren zeventig „meegenomen” door Khan, die werkte bij Urenco.