Afgelopen zomer ontsloeg de school een docente tekenen en handvaardigheid die was overgegaan naar een charismatisch-evangelische gemeente. Ze verloor haar baan omdat ze niet langer lid was van een van de kerken die in de statuten worden genoemd en omdat ze de gereformeerde belijdenis niet meer onderschreef. Het College voor de Rechten van de Mens stelde de school een maand geleden in het gelijk.

Het nieuwe document eist van leraren niet langer dat ze lid zijn van een gereformeerd kerkverband. In plaats daarvan vraagt de school instemming met een document waarin de gereformeerde identiteit van de school is omschreven.

Het Greijdanus College in Zwolle, Hardenberg, Meppel en Enschede is de eerste vrijgemaakt gereformeerde middelbare school die kerklidmaatschap als criterium volledig loslaat. „Ik zoek mensen die kunnen vormgeven wat wij beloofd hebben aan ouders”, stelt bestuurder M. J. de Jong in het ND. „Die zitten niet alleen in gereformeerde kerken. En in gereformeerde kerken zitten mensen die niet passen bij onze identiteit.”

Ook docenten uit evangelische gemeenten kunnen daardoor op het Greijdanus werken, beaamt De Jong. „Maar iemand is niet evangelisch omdat hij in een evangelische gemeente zit. Net zomin als iemand gereformeerd is omdat hij in een gereformeerde kerk zit. Het is niet meer van deze tijd om mensen op deze manier te stempelen. Wij willen niet afhankelijk zijn van het oordeel van een kerkenraad, maar in een persoonlijk gesprek kunnen beoordelen of iemand bij onze school past.”

De andere drie vrijgemaakt gereformeerde middelbare scholen verbinden hun benoemingsbeleid nog wel aan specifieke kerken. Het Gomarus College in Groningen vraagt van docenten dat ze lid zijn van een vrijgemaakte of christelijke gereformeerde kerk. Bij de Guido de Brès in Amersfoort en de Gereformeerde Scholengemeenschap Randstad moet een docent belijdend en meelevend lid zijn van een kerk die staat in de gereformeerde traditie.