Schuttersstukken hebben nu hun eigen „museum”
AMSTERDAM (ANP). Ruim dertig reusachtige schuttersstukken en andere groepsportretten uit de zeventiende eeuw hebben nu hun eigen ‘museum’. Op zaterdag gaan in de Hermitage in Amsterdam de deuren open van de tentoonstelling Hollanders van de Gouden Eeuw.
De stukken zijn afkomstig uit het Amsterdam Museum en het Rijksmuseum en bevonden zich grotendeels in het depot. Er was geen ruimte om ze te laten zien, totdat bleek dat de Hermitage er nog een vleugel voor had. „Nu kunnen we de stukken tonen zoals het hoort”, zei directeur Paul Spies van het Amsterdam Museum donderdag. „Je kunt er afstand van nemen.”
In de grote benedenzaal van de vleugel zien bezoekers hoe invloedrijke burgers, bestuurders, regenten, regentessen en schutters zich maar al te graag gezamenlijk wilden laten vereeuwigen. „Nergens anders ter wereld zijn burgers op deze wijze geportretteerd”, vertelde Martine Gosselink, hoofd geschiedenis van het Rijksmuseum.
De enorme doeken, de grootste is 3 bij 6 meter, hangen in dubbele rijen boven elkaar en zijn gemaakt door kunstenaars als Govert Flinck, Jacob Backer en Nicolaes Pickenoy. Vooral het portretteren van de schutters, die de orde in de stad moesten handhaven, was een uitdaging voor de schilders. De heren officieren wilden er allemaal even prominent op staan.
De groepsportretten zijn aangevuld met zo’n zestig andere schilderijen en werken om het succesverhaal van de Gouden Eeuw te vertellen. Ook de keerzijde, zoals de slavernij, komt aan bod.
De tentoonstelling, waarvoor je een apart kaartje moet kopen, is in ieder geval te zien tot eind 2016. Het doel is om het daarna te verlengen.