Waar gaat het heen met de Driestar?
De Driestar bevindt zich in een spannend proces. De hogeschool stimuleert een open houding naar de moderne cultuur, slaat de vleugels wereldwijd uit én bezint zich op zijn traditie. Wat betekent dit voor de identiteit van de school en haar relatie met de bevindelijk gereformeerde achterban?
Voor hem ligt ”Wees een gids!”. Het boek, dat vrijdag verschijnt, gaat over de geschiedenis van De Driestar van 1975 tot nu. Dr. John Exalto, werkzaam aan de VU in Amsterdam, schreef een deel van het boek zelf, maar liet ook anderen een bijdrage leveren. Eerder verscheen van zijn hand ”Wordt een heer!”. Dat gaat over de geschiedenis van de Goudse onderwijsinstelling van 1944, de start van de christelijke kweekschool in Krabbendijke, tot 1975.
Waarom twee boeken?
Exalto: „In 2008 kreeg ik de opdracht de geschiedenis van De Driestar op papier te zetten. In 2012 lag er een boek, maar dat ging tot 1975, het vertrek van oprichter Piet Kuijt. Dat was een natuurlijk eindpunt en een afgerond verhaal. Besloten werd dat er een tweede boek moest komen. Dat is geen chronologisch verhaal geworden, zoals het eerste, maar een beschrijving aan de hand van thema’s die karakteristiek zijn voor De Driestar.”
Welke zijn dat?
„Pedagogiek, identiteit, cultuur en beeldende vorming. De Driestar heeft in deze thema’s altijd veel geïnvesteerd en zijn profiel ermee vormgegeven.”
Wat betekent het vertrek van Kuijt in 1975?
„Hij is een eigenzinnige pionier. De geschiedenis van De Driestar hangt tot 1975 aan zijn persoon, met ds. G. H. Kersten als inspirator op de achtergrond. Na Kuijt komt mr. J. de Heer, die in 1983 wordt opgevolgd door ir. M. Houtman. Zij treden zakelijker en professioneler op. Tegelijk zie je dat ze dieper nadenken over de plaats van De Driestar in de achterban en in het geheel van het protestants-christelijk onderwijs. Ze moeten wel, want het is een roerige tijd met de Contourennota van toenmalig minister Van Kemenade. Er wordt gevreesd voor de toekomst van het reformatorisch onderwijs. De bui waait echter over. Ook kerkelijk is het een heftige tijd. Denk aan de Goudse kwestie in de jaren zeventig, waarbij de prediking van ds. M. J. van Gelder van de Gereformeerde Gemeenten onder vuur ligt. In die discussie spelen Driestardocenten een prominente rol.”
Hoe gaat de school daarmee om?
„Zoals altijd: De Driestar laat kerkelijke meningsverschillen toe, maar ze leiden niet tot een tweespalt. Docenten houden elkaar vast. Ook het bestuur blijft bij elkaar, ook al schiet een oud gereformeerde ds. Du Marchie van Voorthuysen weleens uit z’n slof. De Driestar heeft altijd een redelijk onafhankelijke positie ten opzichte van de achterban gehad. Iedereen weet: Er is één Driestar, er komt geen tweede.”
De relatie met het rechterdeel van de achterban is moeizaam, blijkt uit uw boek.
„Er worden geregeld boze brieven over de identiteit gestuurd, maar De Driestar trekt zich er weinig van aan. Zeker Houtman niet. Hij vaart z’n eigen koers en wil niet al te diepgaand met de verontruste groep in discussie. De huidige directeur, drs. L. N. Rottier, doet dat wel. Hij gaat naar kerkenraden toe. Mede daardoor zijn de diverse bloedgroepen afgelopen jaren naar elkaar toe gegroeid. Het KOC, het onderwijscentrum van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, is altijd een luis in de pels van De Driestar geweest, maar participeert nu in de lectoraten van de hogeschool. Zoiets is in de jaren zeventig ondenkbaar.”
De Driestar is een kartrekker in de gereformeerde gezindte. Hoe ontwikkelt de school zich principieel?
„Oprichter Kuijt en de eerste docent culturele en maatschappelijke vorming, mr. L. J. M. Hage, denken antithetisch. Ze zijn kritisch ten opzichte van de tijdgeest en willen die weerstaan. Na hen komt cuma-docent drs. J. Kruidenier. Hij zegt: Ik wil de tijdgeest verstaan. Hij leest moderne filosofen, wil ze begrijpen, maar doet er nog niet veel mee. Dat verandert halverwege de jaren negentig. Dan wordt het de officiële beleidslijn van De Driestar om kritisch te participeren in de moderne cultuur. De deuren gaan open, er ontstaat een beweging naar buiten. Stafleden zoals Rottier, Kalkman en later Mackay zijn daar exponenten van.”
Internationalisering lijkt een ander troetelkind van De Driestar.
„Houtman voelt in zijn tijd al de verplichting om christenen elders in de wereld die minder welvarend zijn en minder onderwijsvrijheid genieten, te helpen. Dat proces is nog steeds aan de gang. De vraag daarbij is: Hoe maakt De Driestar de vertaalslag naar bijvoorbeeld China? Brengt de school daar een bevindelijk-gereformeerde boodschap of een algemeen-christelijke? En zal De Driestar door die contacten veranderen? Ik denk dat zoiets onvermijdelijk is.”
De Driestar bezint zich de laatste jaren op haar wortels door bijvoorbeeld boeken uit te geven over grote theologen en pedagogen uit de geschiedenis.
„De school probeert zich op een nieuwe manier te verhouden tot zijn traditie. De Driestar heeft daarin een voortrekkersrol voor de achterban. Alles bij elkaar opgeteld –internationalisering, een open houding naar de cultuur en herbronning– levert dat een spannende vraag op. Wat betekent dit voor de identiteit van De Driestar en de relatie met de bevindelijk gereformeerde achterban?”
Welke uitdaging ziet u verder?
„De Driestar experimenteert met pedagogisch-didactische concepten zoals onderwijskunst. Hoe verhouden deze concepten, die een optimistisch mensbeeld hebben en hun vertrekpunt nemen in het kind, zich tot de bevindelijk gereformeerde theologie? Daarin worden het mens- en het kindbeeld gekleurd door de zondeval. Als Hellenbroek en Kersten fundamenteel blijven, hoe krijg je hun theologie dan op één lijn met moderne onderwijsfilosofen? De Driestar zal op zoek moeten naar het antwoord. Samen met de rechterflank van de achterban, want daar weten ze nog wat er in Hellenbroek en Kersten staat.”
Komt dat gesprek er?
„Misschien dat het onderwijs te sterk is verzakelijkt; dat het gesprek over de fundamenten is gestopt. Ik zou meer debat willen. Niet op de manier van de jaren zeventig met heftige brieven, maar constructief. Overigens is niet zo lang geleden op De Driestar een werkgroep gestart, onder leiding van dr. A. de Muynck en dr. A. J. Kunz, die de relatie tussen theologie en pedagogiek bestudeert.”
Komt er een derde boek?
Exalto schiet in de lach. „Ik heb even genoeg Driestar gehad. Maar 2017 komt eraan: 100 jaar onderwijsvrijheid. Een goed moment om de balans op te maken. Hoe is de verhouding tussen reformatorische scholen en de overheid? Die bekostigt het onderwijs, maar bemoeit zich tegelijk steeds meer met de invulling ervan. Een belangrijk thema. Er zit een boek in.”
”Wees een gids!”, dr. John Exalto (red.); uitg. Royal Jongbloed; ISBN 978 90 8897 103 7; 464 blz.; € 22,50.
Het boek ”Wees een gids!” wordt vrijdag tijdens een symposium in Gouda gepresenteerd. Sprekers zijn SGP-Kamerlid dr. Bisschop, auteur dr. John Exalto, historicus dr. Fred van Lieburg en drs. Piet Vergunst, voorzitter van de raad van toezicht van Driestar educatief. Naast de lezingen zijn er workshops voor de deelnemers. De bijeenkomst duurt van 13.30 tot 17.00 uur en wordt gehouden in het gebouw van Driestar educatief.