Opinie

Commentaar: Ook Kamer schuldig aan lange prioriteitenlijst

Het woordenboek van Van Dale is er helder over. Prioriteiten zijn zaken die voorrang hebben, die het belangrijkst zijn. Dat schept helderheid in to-do-lijstjes. Wat prioriteit heeft, moet het eerst worden aangepakt.

Hoofdredactioneel commentaar
18 November 2014 16:28Gewijzigd op 15 November 2020 14:27
beeld ANP
beeld ANP

In het debat, gisteren, over de politie kreeg minister Opstelten het verwijt dat hij het politieapparaat bedelft onder topprioriteiten. Het SP-Kamerlid Kooiman had er 21 gevonden. Van dierenmishandeling tot kindersekstoerisme. Allemaal zaken die volgens de bewindsman de grootste aandacht verdienen.

Wie de lijst van Kooiman ziet, moet inderdaad concluderen dat dit niet kan. Van 21 zaken tegelijkertijd zeggen dat ze met voorrang moeten worden opgepakt, is onmogelijk. Zo’n opsomming schept alleen maar verwarring.

Dat geldt temeer als er op hetzelfde moment een megaoperatie wordt uitgevoerd, zoals het politieapparaat die nu meemaakt. De ingrijpende reorganisatie die moet resulteren in een nationale politie is bepaald nog niet afgerond. De grote omslag is gemaakt, maar er zijn nog allerlei zaken die moeten worden afgehecht. Dat vraagt tijd en aandacht.

In het winkelbedrijf is het niet ongebruikelijk dat bij een verbouwing de verkoop gewoon doorgaat. Maar iedereeen weet dat het extraatje aan service waar de klant anders op rekent tijdens de herinrichting van het pand niet mag worden verwacht.

Alleen al het feit dat de reorganisatie van de politie veel extra energie opslokt, zou voor Opstelten reden moeten zijn om terughoudend te zijn met het steeds maar weer toevoegen van nieuwe prioriteiten aan het reeds bestaande lijstje. Door voortdurend nieuwe taken te labelen als ”met voorrang behandelen” overvraagt hij zijn politiemensen.

Daar komt bij dat in de achterliggende jaren de politie is geconfronteerd met bezuinigingen. Natuurlijk noopten de rijksfinanciën de minister daartoe. Met als resultaat dat meer werk met minder mensen en middelen moet worden gedaan. De gevolgen laten zich raden: de politie voldoet niet aan de verwachtingen van politiek en maatschappij.

Toch is het iets te gemakkelijk om dit allemaal op het conto van de minister te schrijven. Zeker, het is waar: door zijn wollige, sussende taal wekt hij de indruk de ernst van de situatie onvoldoende in te schatten. Daar ligt een verbeterpunt.

Maar de politici in de Kamer hebben ook zichzelf de spiegel voor te houden. Te vaak roepen zij een bewindspersoon naar de Kamer als ergens een probleem opduikt. Op hijgerige toon vragen zij dan onmiddellijk adequate maatregelen. Vaak komt een minister dan niet weg tenzij hij belooft een zaak met voorrang aan te pakken. Dan zijn politici tevreden gesteld. Ze hebben hun punt gemaakt en vervolgens de minister en zijn ambtenaren met een extra taak opgezadeld.

Er wordt soms in Den Haag met genoegen geconstateerd dat een bepaalde beroepsgroep een zelfreinigend of zelfregulerend vermogen heeft. Maar als het gaat om hyperigheid, laat de Kamer zelf daar weinig tot niets van zien. Wanneer staat er een geachte afgevaardigde op om juist dit gedrag aan de kaak te stellen?

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer