De gematigde houding van de twee leiders volgt na een reeks ontmoetingen tussen de partijen. Volgens kritische analisten is de benarde positie van zowel Arafat als Sharon in eigen kring de voornaamste drijfveer voor het overleg.

Arafat veroordeelde de radicale Palestijnse organisaties in een vraaggesprek met de New York Times dat zondag werd gepubliceerd. „Deze groepen vertegenwoordigen niet het Palestijnse volk in zijn rechtmatige aspiraties op vrijheid. Het zijn terroristische organisaties”, zei hij. Onderdrukking of wanhoop, ongeacht hoe ernstig, kan nooit het doden van onschuldige burgers rechtvaardigen, zei de Palestijnse leider.

Sharon heeft zondag in het kabinet verdedigd dat hij woensdag een hoge Palestijnse delegatie, onder wie Arafats plaatsvervanger Mahmoud Abbas, in zijn huis heeft ontvangen. Hij zei het een goed idee te vinden direct van de Palestijnen, en zij van hem, te vernemen wat de standpunten van de ander zijn en kondigde aan nog zo’n ontmoeting te zullen houden als hij terugkeert van het bezoek dat hij komende week aan de Verenigde Staten brengt.

De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Shimon Peres, die van zijn kant de dialoog met de Palestijnen voortdurend gaande heeft gehouden, zei zaterdag dat uit zijn besprekingen met Palestijnse leiders een plan van aanpak naar voren is gekomen dat moet resulteren in een Palestijnse staat, nog voordat alle problematische kwesties tussen Israël en de Palestijnen zijn opgelost.

Peres, die in New York is voor het Wereldforum, sprak met verslaggevers na een onderhoud met de Palestijnse parlementsvoorzitter Ahmed Qureia en een Palestijnse economische adviseur. Qureia was een van drie Palestijnse functionarissen die woensdag bij Sharon op bezoek gingen.

Onderhandelingen zijn opportuun, zei Peres, omdat de islamitische en de Arabische wereld geconfronteerd worden met tal van vraagstukken en „de oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict een van de antwoorden kan worden.”

Peres zei dat het moment is gekomen voor wederzijdse erkenning, wat wil zeggen dat de Palestijnen hun erkenning van de staat Israël nog eens bevestigen en dat Israël een Palestijnse staat erkent, ook al zou die voorlopig nog geen vaste grenzen hebben en de kwesties van Jeruzalem en de vluchtelingen nog niet zijn opgelost. Zodra dat gebeurt kunnen in een overeengekomen tijdsbestek onderhandelingen over deze kwesties worden geopend, zei Peres. Hij zei dat dat proces een jaar in beslag zou kunnen nemen en dat er wellicht nog een jaar nodig zal zijn om de overeenkomst uit te voeren.

Aangaande de grenzen is Israël bereid die te baseren op de VN-resoluties die Israël oproepen al het in 1967 en 1973 veroverde gebied te ontruimen, zei de minister.

Op de vraag of er van Palestijnse zijde belangstelling is voor deze opzet, zei Peres: „Ik zou zeggen ”ja”, maar het juiste woord is ”belangstelling”. Ik wil het niet doen voorkomen alsof ik iets in mijn zak heb.” Ook benadrukte hij dat elk besluit zou moeten worden goedgekeurd door het Israëlische kabinet.

Allereerst moet er een staakt-het-vuren komen, daar zijn ook de Palestijnen het over eens, zei Peres. Hij zei begrepen te hebben dat de Palestijnen bereid zouden zijn ervoor te zorgen dat er één Palestijnse Autoriteit komt. Nu heb je daarnaast drie of vier groepen, zei hij, die „allemaal in een verschillende richting schieten, voor verschillende doeleinden.”