VrijheidsmuseumWO2 aan geruzie ten onder
NIJMEGEN (ANP). De kans dat er nog een Nationaal VrijheidsmuseumWO2 komt in het „Normandië van Nederland”, de regio Arnhem-Nijmegen, lijkt heel klein. Provinciale Staten van Gelderland beslissen woensdag of het museum nog een paar ton krijgt om nieuwe geldschieters te vinden. De meningen daarover zijn zeer verdeeld. Als de Staten het geld niet geven, lijkt het doek te vallen voor het landelijke museum over „oorlog, vrede, vrijheid en herdenken.”
In 2009 bedachten de directies van het Airborne Museum in Oosterbeek, het Bevrijdingsmuseum in Groesbeek en het Oorlogsmuseum in Overloon dat Nederland zo’n ‘koepelmuseum’ moest hebben. Hun eigen musea zouden als satellieten van het nationale museum gaan functioneren. Het vfonds (Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg) was enthousiast en zegde 6 miljoen euro steun toe. Het Vrijheidsmuseum zou de uitstraling krijgen van vergelijkbare musea in Caen (Normandië) en Ieper (België).
Maar al snel ontstonden de eerste barstjes in de „bereidheid elkaar wat te gunnen”, zoals het vfonds het uitdrukt. Het Airborne Museum trok zich terug en maakte samen met Arnhem een eigen plan. De huidige gebruikers van het beoogde museumgebouw in Nijmegen lagen dwars en kregen steun van een deel van de Nijmeegse gemeenteraad. De provincie Gelderland en de gemeente Nijmegen zegden niet meteen miljoenen toe, maar telkens kleine bedragen. Reden daarvoor was ook dat het museum in oprichting ondertussen met een masterplan was gekomen met daarin erg ambitieuze bezoekcijfers en een gat in de begroting.
In september presenteerde het Oorlogsmuseum plotsklaps een eigen verbouwingsplan met steun van Brabantse overheden. Toen was voor het vfonds de maat vol: „Door gebrek aan draagvlak zijn er te veel onzekerheden en daarom trekt het fonds zich terug als financier.” Het fonds laat de 6 miljoen euro wel op de plank liggen voor een eventueel nieuw plan, want „het concept staat op geen enkele manier ter discussie.” Groesbeek neemt in elk geval het zekere voor het onzekere en geeft geld voor de renovatie van het eigen Bevrijdingsmuseum.
Wim Dijkstra, voorzitter van het VrijheidsmuseumWO2, hoopt toch verder te kunnen: „De verleiding is groot om alleen kosten en baten bij elkaar op te tellen. Maar er is meer: vrijheid lijkt 70 jaar na de oorlog vanzelfsprekend, maar niets is minder waar. Vrijheid is een ruimte die we met elkaar moeten vormen. Daar moeten we iedere dag aan werken. Wat ons betreft kan dat het beste door de handen ineen te slaan.”