Piketty: Hogere vermogenstaks is niet links of rechts, maar verstandig
DEN HAAG. De Franse econoom Thomas Piketty bezocht woensdag de Tweede Kamer met zijn boodschap dat het stijgende economische tij de boten van rijken steeds hoger optilt boven de scheepjes van anderen.
SGP-Kamerlid Dijkgraaf was er niet bij –hij moest „gewoon werken”– maar verder hingen de Kamerleden aan de lippen van de Fransman, die internationaal een soort sterrenstatus bereikte met zijn ”Kapitaal in de eenentwintigste eeuw”.
In dit werk, waarvan na een Franse en een Engelse editie vorige week ook de Nederlandse vertaling verscheen, betoogt Piketty dat de kloof tussen arm en rijk groter wordt, omdat het vermogen van rijken sneller groeit dan de rest van de economie.
Vermogen zal zich zo steeds sterker concentreren bij een kleine groep van superrijken, waardoor volgens Piketty zelfs 19e-eeuwse tijden kunnen herleven; tijden waarin vaders hun zonen adviseren dat het trouwen van een rijke vrouw effectiever is dan hard werken of studeren.
Hoewel ongelijkheid op zichzelf niet verkeerd is –er gaan volgens de Fransman juist goede prikkels van uit– is „excessieve ongelijkheid” wél een probleem. Het is volgens hem „niet houdbaar als topvermogens drie tot vier keer sneller groeien dan de rest van de economie.” Minder belasting heffen op arbeid en méér op vermogen is dus „geen kwestie van links of rechts, maar gewoon van gezond verstand.”
Piketty pleit voor een hogere, progressieve belasting op vermogens, om zo de ongelijkheidstrend te keren. Dit recept is volgens hem niet alleen verstandig voor de VS, waar de kloof tussen arm en rijk groter is dan in Europa, maar zélfs voor een ogenschijnlijk egalitair land als Nederland. „Mijn boek gaat niet over Holland, maar ik heb gezien dat ook hier de vermogensongelijkheid groeit.”
Maar is Nederland met zijn relatief hoge én progressieve belastingen dan niet allang „Piketty-proof”, wilde de VVD weten? Niet dus, zo stelde deze. „Jullie vermogensbelasting is te weinig progressief.” Idealiter zouden volgens de econoom vermogens onder de 1 miljoen euro vrijgesteld moeten worden van vermogensbelasting. Daarboven zouden miljonairs 1 procent belasting moeten betalen, oplopend tot 2 procent voor vermogens boven de 5 miljoen euro. Niet simpelweg méér belasting dus, maar wel anders verdeeld.
Hoewel zijn boek volgens de Fransman soms met een „pessimistische en apocalyptische” bril gelezen wordt, is hij juist optimistisch. „Zeker over Europa. Want onze overheden mogen dan arm zijn, wij zelf zijn rijk.”
Wel gaf hij de eurozone en passent nog twee adviezen mee. Eén: stop ermee om wel samen een munt te delen, maar verder toch „achttien verschillende belastingstelsels” in de lucht te houden. „Daarvan profiteren slechts multinationals, die veel minder belasting betalen dan mkb-bedrijven.”
En twee: denk nog eens goed na over de vraag of het wel zo verstandig is om juist in tijden van lage inflatie en tegenvallende groei de overheidsschuld terug te brengen via het creëren van begrotingsoverschotten.
Piketty: „De Britten probeerden dat ook in de 19e eeuw. Het goede nieuws is dat het lukte. Het slechte nieuws dat dit al met al een eeuw heeft geduurd.”
Keerzijde is namelijk ook dat we nu in Europa drukker bezig zijn met „het terugbetalen van de schuld aan onszelf”, dan dat we investeren in de toekomst van onze kinderen, betoogde Piketty. „Terwijl juist investeren in onderwijs de beste strategie is om de ongelijkheid écht te verkleinen.”