Eerste Wereldoorlog liet Nederlandse kerk niet ongeschonden
Nederland was tijdens de Eerste Wereldoorlog een enclave tussen de strijdende partijen. Het wrong zich in allerlei bochten om maar buiten de gevechten te blijven. Dat lukte, maar het land ondervond er wel degelijk de gevolgen van. Ook kerkelijk, en dat bleef lange tijd onderbelicht, vinden de samenstellers van ”De kogel door de kerk?”
De bundel, onlangs in Amsterdam gepresenteerd tijdens het congres ”Het Nederlandse christendom en de Eerste Wereldoorlog”, opent met twee regionale thema’s: de gevolgen van de oorlog voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland –toegespitst op Zonnemaire– en voor het eiland Urk. Daarna komen er hoofdstukken met een landelijk karakter: belevenissen van predikanten, het werk van veldpredikers, gebeurtenissen in de Rooms-Katholieke Kerk en effecten van de gebeurtenissen op de prediking in de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken.
Weidser wordt het panorama nog als andere landen in beeld komen: de opvattingen van Franse, Duitse en Britse geestelijken, een beschouwing over de oorlogsprediking van de Duitse theoloog Emanuel Hirsch en een onderzoek naar de reacties in protestants Nederland op de gebeurtenissen in Palestina, een regio die deel uitmaakte van het aan Duitse zijde vechtende Ottomaanse (Turkse) Rijk.
Een morgenwolk
In het neutrale Nederland werd anders op de Eerste Wereldoorlog gereageerd dan in een rechtstreeks betrokken land zoals Groot-Brittannië, stelt docent kerkgeschiedenis dr. Gert van Klinken vast. „Toen de oorlog van 1914 uitbrak, vatten de meeste Britten deze strijd op als een morele kruistocht. Door de Duitse schending van de gegarandeerde neutraliteit van het kleine België groeide in Engeland de overtuiging voor een goede zaak te vechten. De Engelsen beschouwden de Duitse agressiedaad als inbreuk op zowel christelijke ethiek als ”fair play”.”
Hoe moesten de ontwikkelingen worden geduid? De gereformeerde ds. J. C. Rullmann had het er moeilijk mee toen hij in 1914, daags na afkondiging van de mobilisatie, in Utrecht op de kansel stond: „Zondagmorgen 2 augustus worstelde ik in de Westerkerk onder preek en gebed om over het onbegrepen wereldgebeuren het goddelijk licht te vinden en om met al de bangheid onzer zielen in te gaan in Gods heiligdom tot Zijn genadetroon.”
„Bitter jammer was het, dat bij het verdwijnen van de angst de godsvrucht, die in de eerste mobilisatiedagen scheen op te waken en de mensen in menigte naar de bidstonden dreef, slechts een morgenwolk bleek geweest te zijn, die geen stand hield”, zei ds. D. van Dijk, gereformeerd predikant in het Friese De Knijpe.
Zwaarmoedige mensen
De Protestantenbond in de Nederlandse Hervormde Kerk klaagde erover dat door de afwezigheid van –gemobiliseerde– vaders in de gezinnen veel kinderen de catechisatie verzuimden. Zo werkte de oorlog overal door.
Historicus dr. Enne Koops beschrijft „ervaringen en reflecties van voorgangers.” Jammer dat hij er een eigen reflectie aan toevoegt: dat „naar verluidt zestig bevindelijk gereformeerde personen” van Godswege te geloven kregen dat Nederland buiten de oorlog zou blijven, komt hem „discutabel” voor en schaart hij onder de „wonderlijke taferelen.” Hij noemt ds. J. Fraanje en ouderling L. J. Potappel. „Het waren religieus gezien in elk geval zwaarmoedige mensen en de alfabeten onder hen hielden er een wollig en bloemrijk jargon op na.” Het zijn waardeoordelen die het niveau van de geschiedschrijving afbreuk doen.
Jeruzalem
De meningen over de toekomst van het Joodse volk liepen een eeuw geleden net zover uiteen als nu. Het debat erover laaide tijdens de Eerste Wereldoorlog hoog op. Wat betekende de verovering van Jeruzalem door de Britten op de Turken in december 1917? Was de terugkeer van Joden naar het Heilige Land een voorbode van een massale bekering?
„Palestina was het belangrijkste toneel van de Bijbelse en daarmee naar veler gevoel ook van de contemporaine geschiedenis. Dat die laatste gedachte door Kuyper en diens aanhangers werd bestreden, stookte het vuur alleen maar hoger op”, stelt Van Klinken. De beide partijen kwamen er samen niet uit. Het zou de laatste keer niet zijn.
Voorzienigheid
Het boek besteedt aandacht aan het christenpacifisme en aan ontwikkelingen in het vrijzinnig protestantisme en in de Gereformeerde Kerken. De oorlog veranderde de wereld en dat was in de volgende decennia merkbaar.
Wat volgens dr. Van Klinken nog niet veranderde, was de overtuiging onder Nederlandse protestanten dat God de geschiedenis leidt. De reacties op het wereldnieuws liepen uiteen, „maar zonder af te wijken van het geloof in de voorzienigheid. De onder de arbeiders in de steden langzaam oprukkende onkerkelijkheid werd geweten aan sociale onrust en gestook van linkse revolutionairen, niet aan de schok van de loopgravenoorlog.
Zelfs toen Nederland getroffen werd door de Spaanse griep van 1918, bleef het vertrouwen in de voorzienigheid ongeschonden. Zalig is het kinderlot, jong gestorven, vroeg bij God, aldus een zerk uit deze periode. Wie zó formuleerde, had zich door het oorlogsgeweld van de afgelopen jaren niet laten afbrengen van de gedachte dat geschiedenis geleid wordt en een zinvolle bestemming heeft. Zelfs in duistere tijden werd Gods voorzienigheid niet afwezig geacht. Een massaal afscheid van dit vertrouwen zou zich in protestants Nederland pas aan het einde van de twintigste eeuw voltrekken.”
Boekgegevens
De kogel door de kerk? Het Nederlandse christendom en de Eerste Wereldoorlog, Enne Koops en Henk van der Linden (red.); uitg. Aspekt, Soesterberg, 2014; ISBN 978 94 6153 512 2; 325 pag.; € 22,95.