Cultuur & boeken

Drie nieuwe boeken proberen antisemitisme te duiden

Het was een hete zomer. Tussen Hamas in Gaza en Israël woedde een felle oorlog, de Islamitische Staat rukte op en schokte de wereld met zijn gruweldaden.

Bart Wallet

31 October 2014 21:19Gewijzigd op 15 November 2020 14:02

Ondertussen werd er in Nederland massaal voor Gaza gedemonstreerd, met IS-vlaggen gezwaaid en „Dood aan de Joden” geroepen. Alle antisemitisme­monitors piekten en pers en politici spraken alom over toenemend antisemitisme. Dat riep allerlei vragen op. Waar lag de grens tussen geoorloofde kritiek op Israël en strafbaar antisemitisme? En hoe moet antisemitisme worden aangepakt?

Het zal niet helemaal toevallig zijn dat er juist nu, in de herfst van 2014, een aantal boeken uitkomt dat het verschijnsel antisemitisme probeert te duiden. Toenemend antisemitisme wordt immers al vanaf het begin van deze eeuw –en niet alleen in Nederland– vrij breed gesignaleerd. Het maakt dat er opnieuw veel studie van wordt gemaakt en er vaak wordt gesproken over ”nieuw antisemitisme”.

Dadernatie

De Nijmeegse cultuurhistoricus Remco Ensel is in zijn boek ”Haatspraak” resoluut: er is inderdaad sprake van nieuw antisemitisme. Dat uit zich in een funeste koppeling van Israël, de Shoah en de Joden, waarbij negatieve en generaliserende elementen van het ene begrip overvloeien in het andere. Doordat het Israëlische politieke beleid wordt uitgespeeld tegen de gruwelen van de Shoah wordt het Joodse volk moedwillig en met opzet veranderd van een slachtoffer- in een dadernatie. Joden, zo signaleert Ensel in antisemitische publicaties, raps en filmpjes, worden gelijkgeschakeld aan nazi’s en er wordt hun toegevoegd dat ze niets van de oorlog hebben geleerd. Alsof de concentratiekampen bedoeld waren ter opvoeding van Joden, citeert Ensel de Duits-Joodse publicist Henryk Broder.

De opzet van Ensels boek is eigenlijk al direct een indicatie van het ”nieuwe” van het nieuwe antisemitisme. Als zo’n vijftien jaar geleden een dergelijk boek over hedendaags antisemitisme zou zijn verschenen, was dat grotendeels gewijd aan extreem rechts en neonazi’s. Die zijn bij Ensel echter vrijwel uit beeld. Hij concentreert zich op anti-Joodse uitingen in de islamitische gemeenschappen en bij de actiegroepen voor de Palestijnse zaak. Het is juist bij deze relatief nieuwe groepen dat de fatale driehoek Israël, Shoah en Joden in werking treedt.

Palestina Komitee

Ensel wijst twee cruciale jaren aan waarop hij het boek verder uitbouwt: 1967 en 2000. De Zesdaagse Oorlog van 1967 is het moment waarop de Palestijnse zaak in Nederland min of meer werd ontdekt. Ensel schetst overtuigend de achtergronden die leidden tot het Nederlands Palestina Komitee en benadrukt de rol die de rooms-katholieke achtergrond van de activisten van het eerste uur daarbij speelde. In de linkse, marxistische visie van het Palestina Komitee was Israël een imperialistische, koloniale staat, die de Palestijnse arbeidersbevolking had weggedrukt. Het bestaansrecht van Israël was binnen deze kring een omstreden thema.

Al snel vormde zich een alliantie met de gastarbeiderorganisatie Komitee Marokkaanse Arbeiders Nederland, van onder anderen Mohammed Rabbae. Die had eveneens een linkse agenda, maar ervoer daarnaast ook Arabische solidariteit met de Palestijnen.

Het is op dit punt dat Ensels boek veel meer is dan louter een analyse van hedendaags antisemitisme. Hij weet op knappe wijze met rake analyses de symbolische rol van Joden in Marokko te duiden en te plaatsen in de bredere ontwikkeling van de Marokkaanse samenleving. Vervolgens toont hij hoe die Marokkaanse erfenis in Nederland doorwerkt in activisme voor Palestijnen en in een robuuste afwijzing van Israël en alles wat daarmee van doen heeft.

Tweede intifada

Het jaar 2000 is door Ensel gekozen vanwege de tweede intifada, die destijds door Palestijnen tegen Israël werd gevoerd en veel anti-Israëlisch enthousiasme losmaakte bij islamitische jongeren in Nederland. De linkse retoriek werd inmiddels verwisseld voor een religieuze islamitische, waarbij ook nieuwe negatieve noties werden toegevoegd aan de kritiek op Israël en de Joden. Ensel laat zien hoe de lijn van de tweede intifada naar Mohammed Bouyeri loopt, de moordenaar van Theo van Gogh die op zijn slachtoffer een brief vol antisemitische clichés prikte. Het zouden de Joden zijn die in Nederland voor dan wel achter de schermen aan de touwtjes trokken, waardoor het land ook zo’n slaafse bondgenoot van Israël zou zijn.

”Haatspraak” biedt geen volledige geschiedenis van hedendaags antisemitisme, maar concentreert zich op de betekenis van anti-Joodse taaluitingen. Wat zegt het als er naar iemand ”Jood” wordt geroepen, waarom gebeurt dat en hoe komt dat over? Daarnaast wijst Ensel, terecht, op de band tussen woorden en daden. Een woord is niet onschuldig, maar is zelf al een daad. Het boek laat zien hoe het begrip ”Joden” gebruikt wordt door Nederlandse moslims om hun eigen identiteit te vormen, in veel gevallen als een negatief tegenbegrip, soms ook als een benaming die eigenlijk bedoeld is als afwijzing van de hele Nederlandse samenleving.

Ensel heeft met ”Haatspraak” ons eindelijk een deugdelijke analyse in handen gegeven van het nieuwe antisemitisme. Hij doet dat genuanceerd, rustig analyserend en goed geïnformeerd. Zijn insteek houdt in dat hij vooral de gebruikers van antizionistische en antisemitische taal belicht, waardoor de reacties en percepties aan Joodse kant minder in beeld komen.

Geestesziekte

Het boek van de progressief-Joodse voorman Ron van der Wieken kan beslist als zodanig worden opgevat. Het is een betrokken, gepassioneerd strijdschrift tegen elke vorm van antisemitisme. Hij doet dat op persoonlijke wijze en vervlecht zijn eigen ervaringen met antisemitisme in weidse analyses. Verwarrend is dat hij niet de term antisemitisme gebruikt, maar in plaats daarvan voor anti-judaïsme kiest. In de literatuur –en zo ook bij Ensel– is die term gereserveerd is voor de religieuze verwerping van het Jodendom en heeft het niet de brede invulling van ”Jodenhaat” die het bij Van der Wieken krijgt.

Van der Wieken trekt brede lijnen, van de oudheid tot het heden, en geeft her en der psychologische duidingen. Waar Ensel het belang van context en nuance benadrukt, ligt bij Van der Wieken juist de nadruk op de continuïteit van antisemitisme. Zijn soms felle oordeel (Paulus als briljante Joodse Jodenhater; Hitler als uitvoerder van Luthers plannen) zal niet iedereen delen. Van der Wieken is op z’n best als hij, als arts in ruste, een therapie voor de ‘geestesziekte’ van het antisemitisme kan voorschrijven. Daarbij geeft hij een prominente rol aan het onderwijs.

Slavernij

Precies daarop is het uitstekende, beknopte boekje van Michel Wieviorka gericht. In negen gespreksrondes beantwoordt deze Franse antisemitismedeskundige doeltreffend vragen van een jongere. Daarbij passeren het anti-judaïsme, het nationaalsocialisme, antizionisme, Holocaustontkenning en het nieuwe antisemitisme de revue. Wieviorka legt voortdurend de vinger bij de vaak onsamenhangende manier waarop het antisemitisme functioneert. Hij plaatst het thema ook steeds in de actuele context, bijvoorbeeld door de vergelijking met de omgang met de erfenis van de slavernij aan te gaan. Het is een boekje dat ik graag in handen van iedere Nederlandse scholier zou zien. Wellicht kan wel, in een nieuwe druk, de nadruk op de Franse situatie aangevuld of vervangen worden met passendere Nederlandse voorbeelden. Daardoor zal het aan zeggingskracht winnen.

Anti-Joodse uitingen zijn van alle tijden, maar alle tijden kennen hun eigen anti-Joodse uitingen. Deze boeken helpen om die steeds veranderende context op het spoor te komen en zo in onderwijs en in het publieke debat antisemitisme effectief tegen te gaan. Voor een democratische samenleving als de Nederlandse is antisemitisme niet alleen een aanval op Joden, maar uiteindelijk op de samenleving als geheel. Dat maken deze drie boeken, elk op hun eigen wijze, duidelijk.


Haatspraak. Antisemitisme – een 21e-eeuwse geschiedenis, Remco Ensel;
uitg. Amsterdam University Press, Amsterdam, 2014; ISBN 978 90 8964 750 4; 434 blz.; € 24,95;
Jodenhaat, Ron van der Wieken;
uitg. Mastixpress, Amsterdam, 2014; ISBN 978 94 9211 001 5; 166 blz.;€ 12,50;
Het antisemitisme uitgelegd aan jongeren, Michel Wieviorka;
uitg. De Bezige Bij, Amsterdam, 2014; ISBN 978 90 2348 959 7; 112 blz.; € 12,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer