Militairen op missie of in een vertrouwenspositie hebben een VGB nodig. Daarvoor is ook informatie over de partner nodig. Met de inlichtingendiensten van een aantal landen, waaronder Rusland, Ghana en Moldavië, heeft Nederland geen samenwerkingsverband, waardoor partners uit die landen niet gescreend kunnen worden.

In het verleden leidde het niet krijgen van een VGB ertoe dat de militair ontslagen werd. Maar veel militairen waren niet op de hoogte van de regeling. Hennis kondigde eerder al aan in deze gevallen naar maatwerk te willen kijken. Het is nog niet bekend wanneer de nieuwe regeling in werking treedt. Wel schrijft ze dat de defensiemedewerkers die voor de regeling in aanmerking komen, zijn geïnformeerd.

„Het is goed dat militairen niet ontslagen worden”, reageert advocaat Michael Ruperti. Hij staat een tiental militairen bij die met dit probleem kampen. „Maar de minister blijft wel volhouden dat deze mensen een veiligheidsrisico vormen. Daardoor kunnen ze niet op uitzending of bijvoorbeeld een officiers- of onderofficiersopleiding volgen. Het probleem is dus niet opgelost.”

Zijn cliënten zullen daarom de intrekking van hun VGB blijven aanvechten. „Ik heb recent vijf zaken bij de rechtbank aanhangig gemaakt”, vertelt Ruperti. „Deze vijf militairen hebben overigens helemaal geen tijdelijk werk aangeboden gekregen. Ze blijven ontheven uit hun functie.”