Cultuur & boeken

Spinoza en religie

Titel:

K. van der Zwaag
21 January 2004 13:10Gewijzigd op 14 November 2020 00:53

”Drie perspectieven op religie in het denken van Spinoza. Een onderzoek naar de verschillende betekenissen van religie in het oeuvre van Spinoza”
Auteur: Paul Juffermans
Uitgeverij: Damon, Budel, 2003
ISBN 90 5573 360 1
Pagina’s: 480
Prijs: € 24,90. Spinoza (1632-1677) had een hoge dunk van het verstand. Dat blijkt uit zijn benadering van God en de christelijke godsdienst. Hij staat bekend als een verkondiger van een God die haaks staat op het traditionele Jodendom en christendom. Het proefschrift van dr. Paul Juffermans laat dat duidelijk zien.

Spinoza werd op 23-jarige leeftijd verbannen uit de religieuze gemeenschap van de sefardiem in Amsterdam. Hij ontwikkelde op eigen kracht, los van de bestaande godsdienst, in de ontwikkeling van zijn filosofie een heilsweg die hij een beter alternatief vond dan de bestaande openbaringsreligies. Het boek van Juffermans belicht Spinoza’s denken over religie vanuit drie verschillende perspectieven: filosofie als godsdienstkritiek, filosofie als een eigen ethisch-religieuze heilsweg en het filosofisch onderzoek naar de historische openbaringsgodsdiensten van de westerse cultuur, het Jodendom en christendom.

Het boek geeft goed inzicht in een typische verlichtingsdenken over mens, godsdienst en God. Spinoza ziet godsdienst opkomen vanuit een menselijke bestaanssituatie, een aangeboren, natuurlijke staat van onwetendheid en begeerte, een angstige beleving van een onzeker lot. Dat is volgens hem de voedingsbodem van de superstitie. Vanuit de ”Ethica” en de ”Tractatus Theologico-Politicus” komen we in aanraking met diverse denkbeelden die ook voor de wereld van vandaag relevant zijn. De geboorte van superstitie is volgens Spinoza dat de mens zichzelf verheft boven de ander. God is het toevluchtsoord van de onwetendheid. Al zijn angsten, onzekerheden, twijfels, verlangens en behoeften heeft de mens volgens Spinoza in een imaginaire God geprojecteerd.

Als Juffermans het derde denkperspectief belicht, lezen we over de Bijbel als een menselijke boek, een boek over mensen en hun religieuze ervaringen. Voor het lezen en interpreteren van de Bijbel is geen uitwendige autoriteit nodig, maar alleen het natuurlijk licht van de rede. Wat opvalt is Spinoza’s uitermate positieve kijk op het natuurlijk verstand. De menselijke geest is de eerste oorzaak van de goddelijke openbaring; in de geest is God te kennen en is er een onmiddellijke communicatie van onze geest met het wezen van God. Spinoza keert zich ook tegen de mensen die de Bijbel beschouwen als „een brief door God uit de hemel aan alle mensen gezonden.”

Wanneer God wordt beschouwd als de auteur van de bijbeltekst, dan is de Bijbel geworden tot een soort waarheidsorakel. Spinoza keert zich tegen de theologen die „meestal druk in de weer zijn geweest om hun verzinsels en dogma’s aan de heilige boeken te ontwringen en met goddelijk gezag te staven.” Hij gaat ervan uit dat de Bijbel niet Gods Woord is; Gods Woord kan hoogstens in de Bijbel gevonden worden.

Veel opvattingen die Spinoza verwoordt, behoren tot het gedachtegoed van de Verlichting, die onze cultuur gevormd heeft. Niets is feitelijk aannemelijk als het niet door de rede bewezen kan worden. Terecht wijst de auteur op het feit dat Spinoza ’s filosofie een te grote machtsgreep op de religie pleegt, een machtsgreep die alleen maar mogelijk is omdat zij zich eerst zelf als (superieure) religie presenteert. In dat opzicht is het goed om van dit boek kennis te nemen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer