Een passie voor paarden
Titel:
”Van ploegpaard tot polopony”
Auteur: Wim Romijn
Uitgeverij: Kok, Kampen, 2003, ISBN 90 435 0647 8
Pagina’s: 160
Prijs: € 19,99. Wim Romijn heeft twee passies: paarden en schilderen. Het had ongelukkiger gekund. Het levert nu in ieder geval een aantal mooie boeken op. ”Van ploegpaard tot polopony” bijvoorbeeld.
Schetst Romijn in bijvoorbeeld ”Het Werkpaard” het -zoals hij het zelf zegt- voorbije landleven, in zijn laatste boek benadert hij de edele viervoeter weer van een heel andere kant. In zijn inleiding doet hij uit de doeken waar zijn verknochtheid aan paarden vandaan komt. Het zijn juist de deuken en butsen, builen en schrammen, littekens en beten die paarden hem bezorgden, die zijn besluit om paardenschilder te worden steeds vaster maakten. De geboren Rotterdammer probeerde het nog even op een accountantskantoor, maar sinds jaren is Romijn vrij kunstenaar.
”Van ploegpaard tot polopony” beschrijft of beschildert niet de metamorfose van een beresterk Zeeuws trekpaard tot razendsnelle en wendbare spelpony. Overeenkomsten tussen beide dieren zijn er wel: „Bij het toernooi viel mij op dat de polopony’s moedig en verdraagzaam zijn. Daarnaast bezitten zij de spreekwoordelijke kalmte en rust van het trekpaard. Voorwaar, het polopaard is een ideaal paard.”
Romijn beoogt met zijn boek het brede spectrum van paardensoorten en -rassen weer te geven, deze keer met zo’n 300 aquarellen en doeken. Vrijwel ieder ras en soort komt voorbij. Romijn gaat systematisch de verschillende ’gebruiksvormen’ van paarden langs. Met zijn penseel legt hij onder andere het Groninger paard, de Shetlanders en de boswerkers vast. De soms beknopte, dan weer uitvoerige tekst verduidelijkt wat het penseel nog niet liet zien. En dat is niet veel, één schildering zegt vaak meer dan 1000 woorden.
Gaap
In het eerste deel van het boek laat de kunstenaar ook zien wat wedrennen zijn, hoe dressuur in zijn werk gaat en wat paarden met een ”boerebrulloft” van doen hebben. Deel twee geeft inzicht in de aard van paarden, iets waarover Romijn uit ervaring spreekt, getuige het voorwoord. Maar niet alleen onhebbelijkheden en plagerijen passeren de revue, ook serieuzere onderwerpen als mestfetisjisme, jeuk en slaaptekort worden inzichtelijk gemaakt. Ooit geweten dat paarden met een gaap pseudo-ontspannenheid kunnen voorwenden nadat ze een uitbrander hebben gekregen van hun verzorger? Honden kunnen dat ook. Men leze ”Van ploegpaard tot polopony”.