Cultuur & boeken

Kracht en kwetsbaarheid van familiebanden

Titel:

W. Bakker
21 January 2004 13:00Gewijzigd op 14 November 2020 00:53

”De liefdesladder. Over familie en nieuwe liefdes”
Auteur: Else-Marie van den Eerenbeemt
Uitgeverij: Archipel, Amsterdam, 2003
ISBN 90 6305 070 4
Pagina’s: 215
Prijs: € 15,95. Else-Marie van den Eerenbeemt schreef ”De liefdesladder”, met als ondertitel: ”Over familie en nieuwe relaties”. De auteur is familietherapeut, docent, onderzoeker en publicist op het gebied van familiebetrekkingen. Haar inzichten stoelen vooral op de visie van dr. Ivan Boszormenyi-Nagy, voormalig hoogleraar psychiatrie van de afdeling gezinstherapie van een universiteit in Philadelphia, Amerika.

In zijn zienswijze benadrukt Boszormenyi-Nagy het belang van de band tussen grootouders, ouders en kinderen (het intergenerationele aspect), het geven en ontvangen van zorg over en weer om tot een vertrouwensband te komen. Is dit geven en nemen in de juiste balans, dan is er een goede basis voor het aangaan van gezonde relaties in het dagelijks leven. Ontbreekt deze balans, dan kan dit problemen geven in actuele relaties en kunnen ervaren tekorten een belasting vormen voor de komende generaties. Zijn oplossing is zo mogelijk in contact met familieleden deze balans alsnog tot stand te brengen.

Ladder

Twintig jaar geleden publiceerde de schrijfster, tezamen met Ammy van Heusden, een inleiding op het werk van Boszormenyi-Nagy onder de titel ”Balans in beweging”. In de titel ”De liefdesladder” wordt de band met de familie gesymboliseerd door de verticale stijlen die het draagvlak bieden voor het aangaan van nieuwe relaties, welke gesymboliseerd worden in de horizontale treden van de ladder.

De kijk op de mens gaat onder andere terug op de Joodse geleerde Martin Buber, waarbij de mens zichzelf leert kennen in relatie met de ander. In het slot van haar betoog geeft de schrijfster aan dat ze het inzicht wil aanreiken dat de mens in het leven uit is op verbinding, op vrijheid in gebondenheid, en minder op de illusie of mythe van de autonomie. Eerder in dit boek staat ze ook stil bij zaken zoals verzoening en vergeving als belangrijk voor de ontwikkeling van goede relaties en dus van jezelf. Deze sympathieke uitgangspunten roepen ook bij veel christenen herkenning op en hebben er wellicht mede toe geleid dat deze theorie ook in het pastoraat ingang vond. Zoals ook blijkt uit het voorwoord van voormalig studentenpastor J. van Kilsdonk.

Zelf zie ik genoemde inzichten als een psychologische theorie die in bepaalde situaties behulpzaam kan zijn om inzicht te krijgen in problemen met jezelf en tussen mensen en in het vormgeven aan relaties met familieleden en anderen. Daarbij blijft het geloof in een levende God als basis en doel van het leven buiten beschouwing. Terwijl een mens juist binnen die relatie ten diepste gekend wordt.

Daardoor wordt ook begrijpelijk, dat waar in het boek nogal eens gesproken wordt van zaken die op je weg komen, zoals ziekte of sociale omstandigheden, de schrijfster deze als toeval ziet en niet als iets wat God op je weg plaatst en wat ingebed is in Zijn plan met je leven.

Verzoening

Het boek behandelt een veelheid van onderwerpen, die door korte voorbeelden worden ondersteund en daardoor voor de lezer toegankelijk worden gemaakt. Hoe patronen binnen het gezin c.q. de familie waarin iemand opgroeit een rol kunnen spelen in het aangaan van een huwelijk en de opvoeding van de eigen kinderen. Daarbij staat de auteur stil bij kracht en kwetsbaarheid van de familie, liefde tussen ouders en kinderen en het onloochenbare van de band tussen hen. Ook laat ze zien hoe de band tussen broers en zussen, waarbij sprake kan zijn van zowel rivaliteit als solidariteit, zijn invloed doet gelden op de persoonlijke ontwikkeling.

Waar het gaat om echtscheiding, spreekt ze van gebroken liefde. En het belang dat men in het bijzijn van de kinderen de gewezen man of vrouw niet afkraakt. Immers, het bestaan van het kind wortelt in beide ouders. Als de een de ander negatief bejegent, dan geldt dit impliciet ook voor een deel van het kind. Het gaat daarbij dus om psychologische noties en niet zozeer om waarden en normen.

In dit kader wordt op pagina 143 ook gesproken over verzoening, namelijk komen tot een andere taxatie van het gedrag van de ander, en vergeving, waarmee bedoeld wordt de ander niet meer aansprakelijk te stellen voor schuld. Ook staat de schrijfster stil bij rouw, het verlies van een familielid en hoe vervolgens om te gaan met de nalatenschap. Dit laatste komt wel erg uitgebreid aan de orde met daarbij nog een serie suggesties. Wellicht heeft dit te maken met contacten van de schrijfster met lezers van het weekblad Libelle.

Verbondenheid

In het algemeen kan dit boek gezien worden als een psychologische theorie waarbij de mens niet gezien wordt als losstaand individu, maar in verbondenheid met andere mensen. Daarbij is het onderhouden van evenwichtige relaties tussen ouders en kinderen van invloed op het aangaan van contacten met derden. De religieuze dimensie blijft buiten beschouwing. Aan de orde komen evenmin specifieke problemen op bijvoorbeeld het gebied van karakter en persoonlijkheid die grenzen stellen aan de mogelijkheid om tot een evenwichtige relatie te komen. Lezers die geïnteresseerd zijn in de (gevolgen van) relaties tussen hun ouders en zichzelf kunnen deels herkenning vinden in de gebruikte voorbeelden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer