Rotterdammers laten zich hun stad niet afpakken
ROTTERDAM. Enkele honderden mensen liepen donderdagavond mee met de Mars van de Eenheid. Tientallen organisaties steunden de tocht die moest tonen dat Rotterdam eensgezind is; ondanks de spiraal van haat, geweld en terreur waar de wereld –en met name het Midden-Oosten– in terecht is gekomen. Burgemeester Aboutaleb: „Houd elkaar vast.”
De mars werd georganiseerd door circa 55 kerken, religieuze en maatschappelijke instellingen, onderwijsorganisaties en politieke partijen.
Om vijf uur verzamelen de deelnemers zich op het Binnenrotteplein. „010 is één, dat is ons motto”, zegt Hendrik Verweel, voorzitter van het Platform Levensbeschouwelijke en Religieuze Organisaties en organisator van de manifestatie. „Er is zo veel geweld in de wereld. Dat raakt ook ons. Maar we sluiten de rijen en dat willen we laten zien.”
De opkomst valt vooralsnog tegen. Er zijn meer agenten dan deelnemers en de inzet van de politiehelikopter lijkt overdreven. „We hadden op ten minste 1000 man gerekend”, zegt Verweel.
Het feit dat zo veel organisaties betrokken zijn bij de tocht lijkt zich te wreken: een echt aanspreekpunt ontbreekt en dat zorgt voor onduidelijkheid. Onder meer over het vertrekpunt. „In de e-mail stond de ene plaats, in de sjoel werd de andere genoemd. Geen wonder dat je dan in de war raakt”, lachen leden van de liberaal-joodse gemeenschap die –samen met een paar orthodoxe joden– meelopen. „We laten zien dat er in Rotterdam geen ruimte is voor rassenhaat, antisemitisme en islamofobie. We zijn één”, zegt Leopold Hertzberger (62) terwijl hij zijn keppeltje opzet. Lachend: „Even laten zien wie we zijn.”
De groep op het imposante plein in het centrum van Rotterdam groeit zienderogen. Lydia Snijder (62) is enthousiast. „Een fantastisch initiatief. Het is belangrijk dat je een gebaar maakt in je straat, in je stad. Ik ben niet kerks, maar loop graag mee.” Even later sluit ze zich aan bij een groepje vrouwen van de Pauluskerk. „Dat is gezelliger dan in mijn eentje.”
Zondagsschoolliedje
George Gardien (81) is uit Spijkenisse gekomen om in zijn geboortestad mee te lopen. „Ik ben van het Humanistisch Verbond en lid van de PvdA. Vandaag loop ik mee als privépersoon. Prachtig, die eensgezindheid.”
De groep 40-plus is goed vertegenwoordigd. Maar ook jongeren laten zich zien. Onder wie dertien vrouwen van een Turks-culturele vereniging. „We doen mee vanwege al dat gedoe in de wereld”, zegt Nes (25). „Ik ben bang dat het hier in Rotterdam ook misgaat. Het is onrustig in de stad.”
Madelon Grant, directeur van de koepelorganisatie voor migrantenkerken in Rotterdam, vindt dat het wel meevalt. „De meeste narigheid is ontstaan door de economische crisis. Al kan die voor veel onrust zorgen. Ik loop mee om te laten zien dat we voor eenheid staan.”
Een groepje zoekt een marsliedje voor onderweg. Het wordt ”Geef mij je hand”, van Hanna Lam. „Dat zongen we vroeger op de zondagsschool. Lief, onschuldig en zeker toepasselijk.”
Dan is het tijd voor toespraken. Predikanten en geestelijke leiders voeren het woord. „Wij hebben vandaag goed nieuws. Rotterdammers willen in harmonie leven als er conflicten zijn.” En: „We laten niet toe dat het fundament van onze samenleving wordt uitgehold.” Ds. Bert Kuipers, predikant van de Laurenskerk, roept de aanwezigen ertoe op zich om de stad te bekommeren. Ds. Martijn van Laar, predikant van de Pelgrimvaderskerk uit Rotterdam-Delfshaven noemt als enige de naam van Jezus Christus. „We zoeken naar vrede voor de stad. We hopen dat deze tocht hieraan bijdraagt.”
De Laurenskerk beiert zes zware slagen over het schemerige centrum. Voorafgegaan door een politiebus en begeleid door een groot aantal agenten trekken de enkele honderden deelnemers naar de Blaak. Bij de nieuwe Markthal vergaapt het winkelend publiek zich aan de optocht. „Een demonstratie?” vraagt iemand. Na tekst en uitleg is hij enthousiast. „Sympathiek doel. Ik loop een eindje mee.” Blaak en Coolsingel zijn afgezet. Bussen rijden tijdelijk een andere route. Tijdens de wandeling ontstaan er spontaan gesprekken tussen christenen, moslims en joden. „Ik doe helemaal nergens aan, maar loop te genieten. Wat prachtig dat dit kan”, zegt een vrouw ontroerd.
Dat vindt burgemeester Aboutaleb ook. „Er is veel dat ons scheidt, maar nog meer dat ons bindt. In Rotterdam mogen we onszelf zijn, zonder angst. Laatst was ik bij een congres van SGP-jongeren. Het ging over de vrede in de stad. Laten we daarnaar streven.” De manifestatie is afgelopen. Bijna. Want iel, maar goed verstaanbaar klinkt het over de Coolsingel: „Geef mij je hand.”