Nieuwsuur sprak met verschillende Oekraïense hoofdrolspelers bij onderhandelingen na de ramp.

Minister van Buitenlandse Zaken Pavlo Klimkin stelt: „Wij konden de Volksrepubliek Donetsk niet erkennen maar toegang tot de rampplek zeker stellen was geen politieke zaak: het was een morele verplichting.”

Nederland heeft bewust geen contact met de rebellen gezocht. Premier Rutte zei hierover eerder: „Nederland is een staat, Oekraïne is een staat, dat deel van Oekraïne is in strijd met het internationaal recht. Wij erkennen het niet. Als in Nederland een rebellenbeweging een deel van Gelderland zou hebben bezet, zou ik er ook grote moeite mee hebben als mijn Duitse of Franse collega met hen zou praten.”

Premier Najib Razak van Maleisië kreeg de zwarte dozen van het verongelukte toestel in handen na onderhandelingen met de rebellen.

Adviseur Valeryi Chalyi van president Porosjenko zegt dat de Oekraïense regering Nederland vroeg zo snel mogelijk naar de rampplek te komen, twittert Nieuwsuur-verslaggever Rudy Bouma. Uiteindelijk was het Nederlandse onderzoeksteam twee weken na de crash ter plaatse.