Opinie

Aardgasbeleid houdt Nederland te afhankelijk

Het Nederlandse aardgasbeleid is niet toekomstbestendig, stelt Klaas de Jong.

Klaas de Jong
29 October 2014 16:09Gewijzigd op 15 November 2020 13:57
Een gaswinningslocatie in Groningen. beeld ANP
Een gaswinningslocatie in Groningen. beeld ANP

Deze maand informeerde minister Kamp de Tweede Kamer over het Nederlandse aardgasbeleid. In zijn rapport over de actuele ontwikkelingen schetst hij de unieke positie van ons land binnen Europa. Binnen de Europese Unie blijken we afhankelijker van gas dan alle andere lidstaten. Zeker in een tijd van spanningen rond Rusland is het nu tijd voor een omslag.

In Nederland is het aandeel aardgas binnen het energieverbruik 41,8 procent. Dat is bijna twee keer zo veel als in buurland Duitsland, waar het aandeel 21,5 procent bedraagt. België noteert 24,3 procent. Het welvarende industrieland Zweden hoeft zich al helemaal geen zorgen te maken over Poetin. Bij de Europese koploper in duurzaamheid is het aandeel aardgas slechts 1,9 procent.

Binnen het kader van het energieakkoord voor duurzame groei is Zweden dan ook een interessant studieobject. Het land heeft heel sterk ingezet op groene warmte. Meer dan 60 procent van alle gebouwen zijn er aangesloten op een groen warmtenet, terwijl afgelegen gebouwen hout stoken of een eigen warmtepomp hebben.

Helaas kijken de beleidsmakers in Den Haag niet naar het Zweedse model, maar blijft de blik halsstarrig gericht op Rusland. De afhankelijkheid van Poetin neemt bij ons alleen maar toe.

Gewicht

Volgens het rapport van minister Kamp is in 2024 het totale Nederlandse gasverbruik 2 miljard kubieke meter hoger dan in 2014. Op dit moment produceren we nog 26 miljard kubieke meter meer dan we verbruiken. Maar in 2024 is dat omgekeerd en ligt het verbruik naar verwachting uiteindelijk 8 miljard hoger dan de productie.

De cijfers geven dus aan dat de gasproductie op lange termijn sterk daalt. Kennelijk is dat echter geen aanleiding voor een koerswijziging. De voorgenomen beleidsmaatregelen leggen tenminste niet echt gewicht in de schaal. Volgens het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) verbruiken Nederlandse huishoudens in 2030 nog 8,6 miljard kubieke meter aardgas, tegen 10,3 kubieke meter nu. Zonder maatregelen zou dat 9 miljard kubieke meter zijn. Een weinig indrukwekkend verschil.

Niet alleen bij de huishoudens maar ook bij de elektriciteitscentrales verwacht men maar een beperkte daling van het gasverbruik. De centrales verbruiken in 2030 17 procent minder dan in 2015. Maar in het SER-energieakkoord was afgesproken om zo veel windparken aan te leggen dat het elektrisch vermogen zelfs fors hoger wordt dan de vraag in de nachturen en het weekeind. Hebben die windparken dan zo weinig effect op het verbruik van de centrales? Of gaat Kamp ervan uit dat de Duitsers stoppen met exporteren van stroom en dat de pasgebouwde kolencentrales op de Maasvlakte en in de Eemshaven worden stilgelegd? Het lijkt wel alsof alle investeringen in wind en zon geen wezenlijk effect hebben op het gasverbruik.

Het rapport maakt verder glashelder dat minister Kamp zich vastklampt aan de Nederlandse gasrotonde. Meer dan 8 miljard euro is er geïnvesteerd in deze rotonde, die via de Nordstreamgasleiding Russisch gas naar Groot-Brittannië en België kan sturen en daarnaast velden voor opslag heeft (in de zomer wordt gas opgeslagen voor de winter). De gasrotonde levert ons land volgens de Rekenkamer geen extra leveringszekerheid, al was dat wel het beleidsdoel. In het rapport over de gasrotonde wordt dat nu een „ambitie” genoemd. Geeft het ministerie van Economische Zaken met die term al aan dat het ook een mislukking kan worden?

Groen gas

De enige duurzaamheidsambitie in het rapport staat in de paragraaf over groen gas (gemaakt door biogas op te waarderen tot het dezelfde kwaliteit heeft als aardgas). In 2030 acht men de productie van 3 miljard kubieke meter mogelijk. Maar dat is een onwaarschijnlijk hoog getal. Uit de berekeningen van het ECN voor de Steunregeling Duurzame Energie (SDE+) van het ministerie komt naar voren dat geothermie, warmte uit afval en biomassa aanzienlijk goedkoper zijn.

De ambitie voor groen gas lijkt dan ook meer te zijn ingegeven door de wens om de gasinfrastructuur in stand te houden dan vanuit het maatschappelijk belang van Nederland.

Minister Kamp kan zich daarom beter richten op een infrastructuur voor warmte die onze afhankelijkheid van aardgas beperkt. Het moet beter mogelijk worden om ook andere warmtebronnen, bijvoorbeeld restwarmte uit de industrie, te benutten. Alleen zo wordt ons energiebeleid echt duurzaam.

De auteur is directeur van Energieprojecten.com.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer