Opinie

In naam van Allah

Geleidelijk aan dringen steeds meer allochtonen door in onze lokale, provinciale en landelijke volksvertegenwoordiging. Zij brengen niet alleen een eigen stijl van politiek bedrijven met zich mee, de islamieten onder hen willen soms ook op eigen wijze de eed afleggen. Nu werd dat in een aantal gevallen oogluikend toegestaan. Na de recente uitspraak van de Raad van State is dat echter voorbij. Men kan de belofte afleggen of de voorgeschreven eedsformule (Zo waarlijk helpe mij God Almachtig) uitspreken, een tussenweg is er niet.

1 February 2002 22:52Gewijzigd op 13 November 2020 23:24

Overigens was het niet een moslim maar een GroenLinkse protestant, die vanwege zijn bezwaren tegen deze eedsformule beroep aantekende bij de Raad van State. Het gekozen statenlid Koetsier had geen behoefte om Allah aan te roepen. In het moderne godsbeeld dat hij hanteerde, paste echter de almacht van God niet meer.

Bij het afleggen van een eed gaat het om het bevestigen van waarheid en trouw. Die eed wordt gezworen bij Een die meer is dan een zwak en onbetrouwbaar mens, namelijk bij God. Zodoende wordt de eed het einde van alle tegenspraak. Zo wordt daar in de Bijbel, in de Hebreeënbrief, over gesproken.

Vandaar dat in de traditionele eedsformule verwezen wordt naar Gods almacht, in het voorbijgaan (althans niet uitdrukkelijk noemen) van Gods andere eigenschappen. Door uitdrukkelijk te verwijzen naar Gods almacht, spreekt degene die de eed aflegt uit, dat hij dat doet voor het Aangezicht van een God Die zijn hart doorgrondt en aan Wiens almacht hij zich niet kan onttrekken als hij de afgelegde eed breekt.

Moeten we hen die de voorgeschreven eedsformule niet willen gebruiken dan maar verwijzen naar de belofte? Dat is misschien de enige oplossing. Overigens hoeft een moslim geen overwegend bezwaar te hebben om de officiële eedsformule te gebruiken. In de islam is men meer vertrouwd met de gedachte van Gods almacht dan in het meer vrijzinnige christendom.

De Noord-Hollandse commissaris van de Koningin, Van Kemenade, die destijds in de kwestie-Koetsier geen wettelijke ruimte zag voor een andere eedsformule, bepleitte deze week een aanpassing van de wetgeving. Iedereen zou de belofte moeten afleggen en daarbij vrij zijn er een eedsformule van eigen makelij aan toe te voegen.

Op die manier wordt de eed een variant van de belofte, terwijl beide nu altijd nog als twee alternatieven naast elkaar staan. Dat is zeker geen vooruitgang. Maar het is niet uitgesloten dat het in Nederland die kant uitgaat.

Een eed die ieder op zijn manier invult, al naar gelang het Godsbeeld dat hij hanteert, is echter niet aanvaardbaar. Op die manier gaat alle vastheid ontbreken.

Straks legt iemand de eed af op een postmodernistische god voor wie het verschil tussen waarheid en leugen, tussen trouw en ontrouw eigenlijk verdwenen is. Wat heeft dat dan nog voor betekenis?

Ook hier zien we hoever de gevolgen van de ontkerstening van onze maatschappij zich uitstrekken. Daarbij komt dat sommigen die zich nog wel christen noemen, ver af zijn komen te staan van hetgeen vroeger in het christelijk geloof als vanzelfsprekend gold.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer