De Oranjekerk in de Amsterdamse Pijp is multifunctioneel
Ooit was het een bedehuis voor 1500 kerkgangers. De Oranjekerk in de Amsterdamse Pijp, geopend in 1903, heeft nu meerdere functies. Maar een kerk is ze nog steeds.
In de kantoorruimte van Imbull, het bedrijf achter bespaarwebsite Flipit, legt Laura Inzaurralde uit hoe de voormalige kerkzaal is verdeeld. Imbull huurt twee verdiepingen van eigenaar Stadsherstel Amsterdam. Deze verdiepingen zijn als zwevende eenheden in het gebouw aangebracht. „In feite kan alles zo weer teruggebracht worden in de oorspronkelijke staat.”
De zestig medewerkers van Imbull, onder wie veertig buitenlanders, genieten dagelijks van de ruimte onder het rijkversierde plafond. Inzaurralde: „We zitten hier sinds maart en groeien langzaam uit ons jasje. De kerk heeft iets. Het plafond, de ramen… Je valt als bedrijf ook meer op in zo’n pand. Het is leuk om hier gasten te ontvangen.”
In 1993 leek het erop dat de Oranjekerk moest wijken voor nieuwbouw. Buurtbewoners kwamen hiertegen in actie en na wat gelobby kreeg de van oorsprong hervormde kerk een nieuwe bestemming. Daarvoor onderging het godshuis in de Pijp een verbouwing die het pand opdeelde in drie compartimenten. De ruimte waar Imbull zit, werd voorheen verhuurd aan non-profitorganisatie WarChild. Eronder is sinds enkele maanden het theaterimpresariaat Hekwerk van cabaratier Youp van ’t Hek gevestigd. En dan is er nog de kerkzaal met bijbehoren, aan de torenkant van de Oranjekerk.
Voordat Imbull zijn intrek nam in het gebouw, werd het kantoorgedeelte grondig gerenoveerd. „De vloeren zijn geïsoleerd”, vertelt Inzaurralde. „En ook de verwarmingsinstallatie is vervangen. Maar ik denk dat we het in de winter alsnog wel koud kunnen gaan krijgen, met dit hoge plafond.”
In de kantine van het bedrijf staat een knielbankje. Het is het enige antieke meubelstuk uit de kerk tussen het moderne kantoormeublement. „Dat hebben we gekregen bij de opening. We gebruiken het als boekenplank.”
Grieks kruis
De Oranjekerk dateert uit een periode waarin Amsterdam snel groeide. Aan de zuidkant van de stad ontbreekt tot 1903 nog een kerkgebouw. Architect C. B. Posthumus Meyjes, afkomstig uit een predikantenfamilie, ontwerpt het bedehuis. Op 11 september 1903 neemt de hervormde gemeente Amsterdam de kerk –in de vorm van een Grieks kruis met achtkantige zijarmen– in gebruik. Pilaren heeft de kerkzaal niet, zodat de predikant vanaf iedere plek goed te zien is.
Of de kerk een toren zal krijgen, blijft lange tijd onzeker, aldus de website oranjekerkamsterdam.nl. Om het geld bij elkaar te krijgen, wordt de Stuiversvereeniging Torenbouw Kerk YY (destijds de aanduiding van de Pijp) in het leven geroepen. De vereniging weet met succes het benodigde geld bij elkaar te brengen. In maart 1902 start de bouw van de toren.
Bij de opening in 1903 beschikt de Oranjekerk nog niet over een orgel. In 1905, op 24 december, neemt de gemeente een orgel in gebruik dat gebouwd is door orgelbouwer L. van Dam uit Leeuwarden. Het instrument ondergaat in 1935 een restauratie en in 1950 een verbouwing. In 1997 wordt het gedemonteerd en vervangen door een Verschuerenorgel dat tot die tijd dienstdeed in de kapel van het rooms-katholieke meisjeslyceum Fons Vitae in Amsterdam-Zuid. Orgelbouwer Flentrop plaatst het in 2000.
Soms hoort Inzaurralde dat het orgel in de kerkzaal naast Imbull wordt bespeeld. Het bevindt zich precies achter de binnenmuur die het kantoor van de kerkzaal scheidt. „Het heeft wel iets. We hebben er in elk geval geen last van.”
Protestantse wijkgemeente Oranjekerk
De Oranjekerk in de Amsterdamse Pijp, op de hoek van de Van Ostadestraat en de Tweede Van der Helststraat 1-3, is voor een derde in gebruik bij de Protestantse Kerk Amsterdam (PKA). In de kerkzaal is ruimte voor zo’n 200 kerkgangers. Predikant is ds. J. Heuvelink. De gemeente is een van de twintig wijkgemeenten van de PKA.
De kerktuin naast de kerk wordt iedere vrijdag bijgehouden door een groep vrijwilligers uit de gemeente. De Oranjehof, zoals de tuin genoemd wordt, is elke maandag en vrijdag van 15.00 tot 16.30 uur te bezichtigen, net als de kerkzaal. Jaarlijks trekt deze openstelling zo’n 600 bezoekers.
In de kerkzaal vinden de zondagse diensten plaats en worden regelmatig concerten gegeven en tentoonstellingen ingericht.