„We doen wat we kunnen met luchtaanvallen om te helpen bij het terugdringen van Islamitische Staat. Er is op dat gebied enige vooruitgang geboekt”, zei Hagel tijdens een bezoek aan Chili. De Koerden die de stad verdedigen, vroegen zaterdag nog de luchtaanvallen op te voeren.

Of dat echt nut heeft, is de vraag. De bombardementen op doelen van IS in en rond Kobani zijn namelijk wel minder effectief geworden, omdat er vooral wordt gevochten in de stad zelf. Dat zei het hoofd van de Koerdische Defensieraad in Kobani. „We hebben een probleem, en dat is de strijd tussen de huizen”, zei het hoofd van de raad. „De luchtaanvallen zijn gunstig voor ons, maar IS voert tanks en artillerie aan.”

Dat is voor de Koerdische strijders in de stad aan de grens met Turkije een tegenvaller. Die hebben volgens een woordvoerder namelijk te kampen met een gebrek aan wapens en munitie. Koerdische leiders hebben Turkije gevraagd om te zorgen voor een veilige zone naar Kobani om daar hulp en wapens naartoe te kunnen brengen. De Turkse minister van Buitenlandse Zaken Mevlut Cavusoglu reageerde daar zondag op. Hij noemde zo’n corridor „niet realistisch”.

Voor Koerdische strijders die in Irak vechten tegen terreurgroep Islamitische Staat was er beter nieuws. Zij worden namelijk getraind door Britse militairen. De Koerden krijgen uitleg over de zware machinegeweren die zijn geleverd door de Britten. De twaalf militairen blijven naar verwachting een week in de omgeving van de Iraakse stad Arbil.

Door aanslagen op gebouwen van de Koerdische veiligheidsdiensten in het noorden en westen van Irak kwamen zondag zeker 29 mensen om en raakten zeker 90 mensen gewond. Onder de doden is een politiechef. IS eiste de aanslag in het noorden op. De groepering liet weten dat 3 strijders uit Duitsland, Saudi-Arabië en Turkije zichzelf opbliezen.