De Dow-Jonesindex eindigde 0,7 procent lager op 16.544,10 punten. De brede S&P 500 verloor 1,2 procent tot 1906,13 punten en de technologiebeurs Nasdaq moest 2,3 procent terug tot 4276,24 punten.

Donderdag gingen de beurzen in New York hard omlaag met verliezen tot meer dan 2 procent. Woensdag tekende S&P juist nog de sterkste koerswinst van dit jaar op.

De onzekerheid op Wall Street bleef nog steeds groot. De Volatility Index, ook wel de VIX-index genoemd, is een indicator voor de onrust op de aandelenmarkten en die bereikte vrijdag het hoogste niveau sinds december 2012.

De fabrikanten van consumentenproducten stonden bij de sterkste stijgers. Zo steeg Procter & Gamble 1,2 procent, Coca-Cola ging 1,4 procent omhoog en PepsiCo tekende een plus op van 1,2 procent.

De technologiefondsen zaten juist in de hoek waar de klappen vielen. Chipbedrijf Microchip Technology verloor 12,3 procent door tegenvallende kwartaalcijfers. Branchegenoten als Intel (min 5,1 procent), Texas Instruments (7,1 procent), Advanced Micro Devices (min 7,8 procent) en Xilinx (min 8,4 procent) werden meegesleurd in het negatieve sentiment.

Symantec, dat vooral bekend is van zijn Norton-antivirussoftware, ging 6,4 procent omlaag na de officiële aankondiging dat het bedrijf zich opsplitst. Berichten over een vermeende splitsing kwamen donderdag al tot de markt.

De producent van elektrische auto’s Tesla Motors kwam met een nieuw model naar buiten, de Tesla S. Er werd al enige tijd uitgekeken naar het nieuwe model. Het aandeel Tesla moest echter wel 7,8 procent inleveren, na een zeer sterke opmars dit jaar.

De euro was 1,2614 dollar waard, tegen 1,2631 dollar bij het slot van de beurzen in Europa. Een vat Amerikaanse olie daalde 0,5 procent naar 85,26 dollar. Brentolie kostte 0,4 procent minder op 89,62 dollar per vat.