Moeders Srebrenica teleurgesteld over beroep
SREBRENICA (ANP). Voorzitster Munira Subasic van de organisatie Moeders van Srebrenica is teleurgesteld over het beroep dat de Nederlandse staat heeft aangetekend tegen een uitspraak van de rechtbank in Den Haag. Deze besliste afgelopen zomer dat Nederland aansprakelijk is voor de dood van 300 moslimmannen in 1995.
„Onze mannen en zonen zijn vermoord onder de ogen en onder de vlag van de Nederlandse soldaten. Die deden niets om hen te redden. Ze hebben zelfs niet één leven gered. Integendeel, ze waren solidair met de Servische chetniks. Ze hebben hun morele, menselijke en militaire eer verloren”, zei voorzitster Subasic donderdag tegen het ANP.
Ze zegt dat Nederland als democratisch land rechtvaardig moet zijn, eerlijk zijn fouten moet erkennen en ook de verantwoordelijkheid voor die fouten moet nemen. De moslims vormen een minderheid op de Balkan en in Europa. Nederland was volgens haar verplicht om die minderheid te beschermen. Dat heeft het niet gedaan en daarom is het verantwoordelijk voor hun dood. „Onze mannen werden met opzet gedood. Het recht moet aan de kant van de slachtoffers van de genocide staan.”
Hun Nederlandse advocaat Marco Gerritsen zit momenteel in Bosnië en vindt het besluit van Nederland om beroep aan te tekenen ook „teleurstellend”. „Het komt echter niet helemaal onverwacht”, reageert hij. Alles staat volgens Gerritsen nu weer open, ook voor de groep nabestaanden van slachtoffers van wie de rechtbank aangaf dat Nederland voor hen geen aansprakelijkheid droeg. „De nabestaanden zijn nog steeds strijdlustig.”