Buitenland

Oostblok gespleten over omgang met Moskou

Bijna 25 jaar na de val van de Berlijnse Muur is er opnieuw sprake van Russische dreiging aan de oostgrens. De aangrenzende Midden-Europese EU-landen zijn echter verdeeld over de wijze waarop Europa met deze nieuwe situatie moet omgaan. Twee verschillende voorbeelden: Hongarije en Polen.

Karel Onwijn
7 October 2014 17:04Gewijzigd op 15 November 2020 13:25
Regering en parlement in Hongarije (achtergrond) hebben eenheel ander gevoel bij Rusland dan de man in de straat. beeld Karel Onwijn
Regering en parlement in Hongarije (achtergrond) hebben eenheel ander gevoel bij Rusland dan de man in de straat. beeld Karel Onwijn

Hongarije blij met Rusland

Sandor schudt zijn hoofd. „De Russen, nee, die zijn nooit te vertrouwen geweest. Ook nu weet je weer niet wat ze nog verder van plan zijn.”

De Hongaarse regering wil Rusland vooral niet te veel voor het hoofd stoten. Ze blijft goede banden met Moskou onderhouden, heel anders dan Polen.

Maar de bevolking denkt er anders over. Sandors grijze haren en gerimpelde handen verraden dat hij allang de pensioen­gerechtigde leeftijd heeft. Toch rijdt hij rond als taxichauffeur in Boedapest. „Om bij te verdienen. De regering heeft iedereen financiële verbeteringen beloofd, maar het zijn uitsluitend de rijken en haar eigen mensen die het beter krijgen.”

Oorspronkelijk was hij internationaal vrachtwagenchauffeur, zowel in communistische als in kapitalistische landen. „Allemaal prima landen om te rijden. Maar ik was blij dat ik maar zelden naar Rusland moest. Ik voelde me daar nooit helemaal op mijn gemak.”

Opstand

Historisch gezien heeft Hongarije een moeizame relatie met Rusland. Meermalen hebben de Russen de Hongaarse onafhankelijkheid beëindigd. De laatste keer was dat in 1956, toen het Sovjet-Russische leger met geweld een einde maakte aan de anti­communistische volksopstand en de eenzijdige uittreding uit het Warschaupact. Daarbij kwamen zo’n 3000 Hongaren om het leven en raakten er 13.000 gewond.

De angst voor en de haat tegenover de Sovjet-Russische overheersing zaten er goed in. „Ik ben opgegroeid met het motto om niet te veel met anderen te praten”, zo vertelt Attila Gilanuj op het terras van Starbucks in hartje Boedapest. „Tegelijk pleegden we op onze manier ook verzet door op school bewust niet ons best te doen op de lessen Russisch. We hebben deze taal tien jaar lang moeten leren, maar niemand van de klasgenoten kon na afronding van de school meer dan twee zinnen Russisch.”

Volgens de econoom is het daarom opmerkelijk dat de huidige Hongaarse regering zich zo positief tegenover Moskou en zo negatief jegens de EU opstelt. „Ik ken maar weinig Hongaren die iets met Rusland hebben. Niemand gaat er op vakantie, en zakendoen met de Russen verloopt eveneens moeizaam. Oekraïne, dat grenst aan Oost-Hongarije, kan evenmin op belangstelling rekenen. Behalve dan de kleine Hongaarse minderheid die daar woont, van wie de meesten inmiddels een Hongaars paspoort hebben en hier komen studeren en werken.”

De pro-Russische positie van Hongarije vloeit volgens hem voort uit de anti-EU-stemming die de Hongaarse regering in haar greep heeft.

Bewondering

De rechts-nationalistische regerings­partij Fidesz van premier Orban voert sinds haar aantreden in 2010 een opvallend isolationistische koers, ondanks haar EU-lidmaatschap. In juli sprak Orban zelfs zijn openlijke twijfel uit over de basisfundamenten van de EU, zoals economisch liberalisme, liberale democratie en de welvaartsstaat. Tegelijkertijd toonde hij zijn bewondering voor zogeheten „illiberale” systemen, zoals Turkije, Singapore en Rusland.

Het is dus niet toevallig dat Orban vaak met Poetin wordt vergeleken. Zo heeft zijn regeringspartij Fidesz alle sleutelposities in de samenleving naar zich toegetrokken en wekt ze de indruk haar tegenstanders monddood te maken, inclusief de media.

Journalist Szabolcs Wekerle van de Hongaarse krant Magyar Nemzet erkent dat de Hongaarse pers volledig afhankelijk is van de overheid en dat menige journalist zelfcensuur toepast. Maar dat was volgens hem ook al zo in de periode vóór de regering-Orban. „Het is een mythe dat er ooit een onafhankelijke pers heeft bestaan in Hongarije.”

Hij denkt wel dat er in de Hongaarse samenleving een breed draagvlak is voor Orbans anti-Europese en pro-Russische beleid. „Men is in Hongarije immers niet onverdeeld gelukkig met de gevolgen van de toetreding tot de Europese Unie. Veel Hongaren zouden liever zien dat Hongarije een neutrale status binnen Europa innam. Zeker ook daar we onze directe EU-buurlanden nu niet echt als vrienden beschouwen, op Oostenrijk na dan misschien. En Orbans beleid lijkt goed aan te sluiten bij deze gevoelens.”

Aandacht

Een andere reden voor de pro-Russische opstelling van de Hongaarse regering lijkt haar afhankelijkheid van Russisch gas. Ook heeft ze begin dit jaar met Moskou een deal gesloten over de bouw van twee Russische kerncentrales op haar grondgebied die op termijn goed zijn voor 40 procent van de elektriciteitswinning in het land. Premier Orban verzet zich daarom hevig tegen de Europese sancties tegen Rusland, die volgens hem schadelijk zijn voor de Hongaarse economie (lees: economische betrekkingen met Rusland). Mogelijk verklaart dat ook de geringe aandacht voor de Russische rol in het Oekraïense conflict in de Hongaarse media.

Volgens Dorottya, die verder liever anoniem blijft, besteden de Hongaarse media maar heel summier aandacht aan het Oekraïens-Russische conflict. „Het draait meer dan ooit om onze eigen interne politieke problemen. En ook hoor je steeds vaker hoe goed en uniek Hongarije is. Zo zouden onze eigen producten beter zijn dan die uit de EU en benadrukken historici de essentiële rol van etnische Hongaren in de Europese geschiedenis. Als je hierover in gezelschap openlijk je twijfels uit, wordt al snel geconcludeerd dat je dus tegen de regering bent, en dat is niet verstandig. Vooral mensen met banen bij de overheid houden daarom hun mond. Voor het eerst snap ik de verhalen van mijn ouders en grootouders, die vroeger ook niet in het openbaar durfden praten. Maar dat was tijdens de Sovjet-Russische bezetting.”


Polen rekent op EU en NAVO

Bij een marmeren gedenksteen in het centrum van Warschau liggen verschillende kransen en verse bloemen. Het monument, op een gemaaid grasveld, staat vlak bij de oude stadsmuur. Op de gedenksteen prijkt onder meer een afbeelding van een adelaar, het staats­wapen van Polen.

Het monument herinnert aan de massamoord op 22.000 Poolse officieren en intellectuelen door de Sovjet-Russische geheime dienst in 1940 bij het Russische plaatsje Katyn. Deze Poolse elite was in september 1939 tijdens de inval door het Rode Leger gevangengenomen en naar Sovjet-Rusland afgevoerd. Op deze manier wilde Stalin voorkomen dat ze zich zouden verzetten tegen de Sovjetbezetting van hun land.

Vraag je vandaag een willekeurige Pool naar zijn mening over de Rus, dan verwijst hij zonder uitzondering naar deze gebeurtenis. Niet alleen vanwege het gruwelijke feit zelf, maar vooral ook om de leugens die dit bloedbad omgeven. Het heeft tot na de val van het communisme in 1989 geduurd voordat de Russen erkenden dat zij verantwoordelijk waren voor deze massamoord.

Polen kon deze gebeurtenis ook pas na 1989 ongestraft herdenken. Volgens veel Polen bevestigt dit dat een Rus in de eerste plaats onbetrouwbaar en leugenachtig is en er verder fundamenteel andere waarden en normen op na houdt dan de Europeaan. Dat zou anno 2014 niet zijn veranderd.

Dat past helemaal bij de huidige opstelling van de Poolse regering in Europees verband, namelijk het steunen van harde sancties tegen Moskou.

Oekraïnefoben

Socioloog Tomasz Gruszkowski herkent zich in dit beeld van Polen. „Ook mijn oom is na de Sovjetinval in 1939 door de Sovjet-Russen gevangengenomen. Vervolgens heeft de familie er vele jaren niets over gehoord. De Russen wisten zogenaamd niet wat er met hem was gebeurd. Pas in 2010 kwamen we er bij toeval achter –in een publicatie– dat hij al vrij snel na zijn arrestatie was geëxecuteerd. Dit bleek ook uitgebreid door de Russen zelf te zijn ge­documenteerd.”

Volgens Gruszkowski wordt de anti-Russische stemming in Polen breed gedragen en zijn er maar weinigen die een neutrale houding innemen. „Of het moeten de Oekraïne­foben zijn. Die wijzen op de gruweldaden die Oekraïense nationalisten tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben begaan onder de Poolse bevolking in West-Oekraïne. Maar de officiële relaties tussen Polen en Oekraïne zijn zeer goed.”

Inderdaad behoort Polen tot de grootste pleitbezorgers van de Oekraïense toe­treding tot de Europese Unie. Het is ook het EU-land met de langste grens met Oekraïne. Warschau is eveneens een van de grootste critici van Ruslands rol in de Oekraïense crisis en neemt het voortouw in de EU rond de sancties.

Op zijn beurt heeft Rusland al de nodige strafmaatregelen genomen tegen Polen. Zo sloot het zijn grenzen voor Poolse fruit- en groente-import en heeft het de doorvoer van deze producten naar verder gelegen landen geblokkeerd. Daarnaast heeft het de afgelopen weken zijn gasleveranties aan Polen ingeperkt. Dit versterkt de Polen alleen maar extra in hun overtuiging dat Rusland onbetrouwbaar en gevaarlijk is. De enige oplossing is je hier goed tegen te bewapenen. De Poolse regering lobbyt daarom ook steeds actiever voor meerdere permanente NAVO-bases op haar grond­gebied.

Ook de echtgenote van Tomasz Gruszkowski, Malgorzata, is socioloog. Volgens haar zit de angst voor Poetins agressie bij de Polen heel diep. „We zijn ervan overtuigd dat hij ernaar streeft de voormalige Warschaupact­landen weer onder Russische invloed te krijgen. De Polen hebben door hun geschiedenis een meer realistisch beeld van Rusland dan Nederlanders. In West-Europa heerst een veel te positief beeld van Rusland. Vooral Nederland is zeer naïef. Zelfs na het dramatische verloop van het Nederland-Ruslandjaar dronk koning Willem-Alexander begin dit jaar een biertje met Poetin tijdens de Olympische Spelen in Sotsji!”

Tussenstop

Journalist Pawel Kwasniewski maant Europa niet te naïef te zijn over Rusland. „Rusland heeft Polen altijd gezien als zijn kleine broertje, dat het moet verzorgen. Ook de Russen van nu zien ons als niet meer dan een tussenstop tussen Rusland en de EU. Overigens zijn Oekraïners natuurlijk ook geen lieverdjes en lijken ze meer op Russen dan we willen erkennen. Toch blijven we hen steunen, al is het alleen maar om de Russen op afstand te houden.”

Kwasniewski werkte vanaf 1989 voor het links-liberale Pools dagblad Gazeta Wyborcza van dissident Adam Michnik. Op die manier heeft hij alle –in zijn ogen positieve– veranderingen in Polen mee­gemaakt. „Het heeft veel energie gekost om ons los te weken van het Sovjet-Russische verleden. Je kunt nu stellen dat we echt vrij zijn en dat we ons alles kunnen veroorloven wat we willen. De toetreding tot de EU heeft hierop zeker een positief effect gehad. Vooral op het platteland heeft dit een enorme boost gegeven.”

Filmregisseuse Julia Poplawska herkent dit. „Zelfs in het van oudsher arme oosten van ons land wordt nu overal gebouwd en opgeknapt. De Polen zijn ook hierdoor extra positief over de EU.”

Tegelijkertijd ziet ze een opvallend anti-Russische stemming. „Ik ken bijvoorbeeld niemand die er ooit is geweest. Ook de aanvankelijk breed gedragen solidariteit met Oekraïne is de laatste tijd opvallend getemperd. Er is eigenlijk nog maar weinig interesse voor het conflict. En mocht het daar echt misgaan, dan zijn we gelukkig lid van de NAVO. Want in het geval van een conflict met Rusland rekent iedereen hier in Polen op de steun van de NAVO, daar twijfelt niemand aan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer