WTO bezorgd over terreurbestrijding VS
De Wereldhandelsorganisatie (WTO) heeft vrijdag in voorzichtige bewoordingen haar bezorgdheid geuit over de maatregelen die de Verenigde Staten nemen in de terrorismebestrijding.
„Het is belangrijk dat het nieuwe beleid niet leidt tot onnodige belemmeringen voor handel en investeringen”, aldus de WTO in een rapport over het Amerikaanse handelsbeleid.
Vooral voor de import van voeding stellen de Amerikanen meer eisen. Zo moet 24 uur voor verzending naar de VS aan de Amerikaanse autoriteiten informatie worden verstrekt over de inhoud van de vracht. Ook willen de VS alles weten over de gang van zaken bij productiebedrijven van de buitenlandse voedingsfabrikanten die op de Amerikaanse markt actief zijn.
De Amerikaanse regering is bang dat terroristen angst willen zaaien door bijvoorbeeld de levensgevaarlijke miltvuurbacterie in de voedselketen te brengen. Om dit te voorkomen is in 2002 de Bioterrorism Act ingesteld. Sinds december vorig jaar zijn de eerste maatregelen voor de buitenlandse voedingsindustrie van kracht.
In de WTO is het onderwerp al door enkele lidstaten aangekaart. In Nederland heeft bijvoorbeeld zuivelconcern Campina te maken met de maatregelen bij de export van gespecialiseerde melkpoeders. „Het kost meer werk, vooral in administratieve zin”, aldus een woordvoerster. Over extra kosten kon zij niets zeggen.
Het WTO-rapport schetst in het algemeen een gemengd beeld van het Amerikaanse handelsbeleid. Volgens de onderzoekers is de Amerikaanse economie „voornamelijk een open economie”, maar is er bij enkele belangrijke terreinen, waaronder landbouw, staal en textiel, sprake van overheidsbescherming. Ook plaatst de WTO kanttekeningen bij het grote handelstekort van de VS. Dat kan een protectionistisch sentiment in de hand werken, aldus het rapport.