Den Haag verdeeld over erkenning Palestijnse staat
DEN HAAG. De aankondiging van de Zweedse regering om Palestina te gaan erkennen als staat, roept in de Nederlandse politiek uiteenlopende reacties op.
PvdA-Kamerlid Servaes „zou er geen moeite mee hebben” als Nederland dat ook deed, zei hij zaterdag in het radioprogramma TROS Kamerbreed. D66 zou dat ook wel willen, aldus zijn collega Schouw (D66) in hetzelfde programma.
Servaes noemde de uitlatingen van de nieuwe Zweedse premier Löfven –net als Servaes een sociaaldemocraat– over de erkenning van Palestina een belangrijk signaal. De PvdA is er al langer voorstander van erkenning.
De ChristenUnie ziet daar echter niets in. Ook de SGP wil er niks van horen. Fractievoorzitter Van der Staaij twitterde zaterdag: „Erkenning Zweden van ‘Palestina’ is volstrekt verkeerde stap: koren op molen van jihadisten die Israël van de kaart willen vegen.”
Ook regeringspartij VVD is ertegen. Daardoor is erkenning van de Palestijnse staat door Nederland voorlopig niet te verwachten.
De Algemene Vergadering van de VN keurde in 2012 de facto de erkenning van de staat Palestina goed. Nederland onthield zich toen, net als veertig andere landen, van stemming.
Hoewel het kabinet destijds geen juridische of principiële bezwaren had tegen een opwaardering van de waarnemersstatus van de Palestijnse Autoriteit bij de VN, keerde minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) zich daar toch tegen. Erkenning als staat zou „ontijdig en onverstandig zijn” en per saldo negatieve gevolgen hebben voor het vredesproces in het Midden-Oosten, vreesde hij.
