Uitstel is ons leven, of niet
Dit artikel bevat een onthulling. Maar voor u verder leest: niet verder vertellen. Anders wordt D66 boos.
U bent vorige week natuurlijk ook geschrokken. Stond daar zo maar ineens in de krant dat een juffrouw uit de PvdA-fractie een oud plan (uit 2005) uit de mottenballen had gehaald: alle scholen in Nederland, ook de bijzondere (lees; reformatorische, joodse en islamitische), krijgen een acceptatieplicht. Dat betekent dat ze geen leerlingen meer mogen weigeren. Zit uw dochter straks zo maar in de klas naast Mohammed, Wesley en Latifa.
Loes Ypma, haviste te Woerden, kondigde haar voornemen vorige week vrijdag plompverloren aan. En maandag heeft ze het ingebracht bij een debat over de modernisering van artikel 23 van onze Grondwet, dat de vrijheid van onderwijs regelt. Modernisering betekent dus begrenzing, niet door een Grondwetswijziging maar door wetten die die vrijheid beperken. Bijzondere scholen mogen van leerlingen en ouders geen onderschrijving van de grondslag meer vragen. Het respecteren van die grondslag is genoeg.
Tandenknarsend
De Kamerleden Voordewind (CU) en Bisschop (SGP) sloegen direct alarm. Het stond ’s zaterdags op de voorpagina van het RD, en in de krant van maandag, opnieuw op de voorpagina, werd in een heldere analyse volkomen terecht betoogd dat er hier sprake is van een aantasting van de kern van de vrijheid van onderwijs. Die vrijheid behelst immers niet alleen een vrij benoemingsbeleid en de vrijheid om de inhoud van het onderwijs te bepalen, maar ook een vrij toelatingsbeleid.
We hielden onze adem in. Het was duidelijk dat het voorstel in deze seculiere tijden op een ruime Kamermeerderheid kon rekenen. Wat zouden SGP en CU doen, samen met D66 de grote, constructieve gedogers van dit kabinet van PvdA en VVD? Zouden ze dit laten passeren, zoals ze ook eerder dit jaar niet al te nadrukkelijk protest aantekenden tegen het schrappen van de enkelefeitconstructie in de Algemene wet gelijke behandeling?
Dinsdag stond er een verslag van het Kamerdebat in de krant. Niet meer op de voorpagina, maar op pagina vier. De uitslag van de discussie bleek te zijn dat Ypma een advies over deze kwestie gaat aanvragen bij de Onderwijsraad. Een meerderheid was weliswaar nog steeds voor de acceptatieplicht, maar staatssecretaris Dekker was kritisch.
Volgens Ypma misbruikten bijzondere scholen de vrijheid van onderwijs om zorgleerlingen te weigeren. Maar dat was niet aangetoond en bovendien zijn er nu al middelen om zulk misbruik tegen te gaan. Ypma wilde wel een uitzondering voor scholen die tien jaar een consequent toelatingsbeleid hebben gevoerd. Was de wet daarmee niet overbodig? Voor de meeste scholen is zo’n acceptatieplicht niet nodig, en de scholen waarvoor het wel nodig is bied je een uitzonderingsbepaling.
En zo kondigde Ypma dus aan dat ze de Onderwijsraad nog eens om advies zou gaan vragen. En die heeft in 2009 al geschreven dat die acceptatieplicht geen goed idee is. D66 moet de afloop van het debat tandenknarsend hebben aangezien.
Boos
Wat was er in de tussentijd achter de schermen gebeurd? Ik zal het u onthullen.
Kees van der Staaij en Arie Slob zijn natuurlijk boos geworden. Steunen ze dit kabinet zodat het de begroting voor 2015 moeiteloos door Tweede en Eerste Kamer kan loodsen, wordt er achter hun rug om dit voorstel ingediend, dat de kern aantast van een vrijheid waarvoor de christelijke politiek ooit is ontstaan!
Zij naar Rutte, de baas des lands, en Samsom, de politieke baas van Ypma, en een kopje koffie gedronken. Die waren ook overvallen geweest door Ypma’s plannetje, maar zij begrepen ook dat dit te ver ging voor de constructieve mannenbroeders. En dus heeft Samsom Ypma op het matje geroepen, en heeft Rutte even met Dekker gebeld. Alleen moest Ypma natuurlijk nog wel een eervolle aftocht krijgen. Dat werd die adviesaanvraag aan de Onderwijsraad.
En zo is dit onderwerp weer voor een paar jaar veiliggesteld. Wie denkt hier niet aan het briljante levensmotto van de Engelse premier Lord Salisbury: „Delay is life” („Uitstel is ons leven”)?
Precair
Het hele voorval laat zien dat de macht van de christelijke politiek gebroken is, en dat christelijke politici ontwikkelingen alleen nog maar kunnen tegenhouden dankzij de zeer bijzondere, huidige politieke constellatie. De manier waarop SGP en CU deze kwestie stilletjes en professioneel achter de schermen hebben geregeld verdient alle respect en bewondering.
Maar het laat tegelijkertijd zien hoe precair de situatie is. Volgend jaar maart zijn er opnieuw verkiezingen voor de Provinciale Staten en in mei voor de Eerste Kamer. De verhoudingen kunnen dan dus zomaar weer heel anders komen te liggen, en de weerhoudende kracht van de christelijke fracties kan dan zomaar verdwijnen.
Dat betekent dan toch ook dat onze huidige opluchting van zeer tijdelijke aard kan zijn. Dat onze (klein)kinderen in een veel minder beschermde omgeving zullen opgroeien. En kunnen we met droge ogen beweren dat die urgentie binnen onze gezinnen, kerken en scholen wordt gevoeld?
Uitstel kan ook ongepast zijn – niet ons leven maar onze ondergang.