Adviesorgaan overheid pleit voor vermindering vleesproductie
DEN HAAG. De Nederlandse landbouw moet zich meer richten op plantaardige producten en minder op dierlijke, zoals vlees. Ecologie en volksgezondheid zijn daarbij gebaat, stelt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in een donderdag gepubliceerd rapport.
De WRR erkent dat zo’n verschuiving van ”meer” naar ”minder” een deel van de sector pijn zal doen. Maar „die lastige afwegingen horen bij een voedselbeleid.”
In het rapport pleit het belangrijkste adviesorgaan van de regering voor de ontwikkeling van een „voedselstrategie.” Nederland moet zich niet langer alleen richten op de verhoging van de productie van voedsel, hogere export en de vraag of dat voedsel veilig is. Dat beleid heeft er weliswaar aan bijgedragen dat in Nederland voldoende goed en ook nog eens goedkoop voedsel voorhanden is. Wereldwijd wordt de voedselproductie echter bedreigd door uitputting van landbouwgrond, schaarste aan grondstoffen, slinkende watervoorraden en afname van de soortenrijkdom in de natuur. Ook de gezondheidsproblemen nemen toe. Mensen eten ongezond en de kans dat ziekten van dieren op mensen overgaan, wordt groter.
Nederland is daar als belangrijk landbouwland –tweede voedselexporteur ter wereld– volgens de WRR medeverantwoordelijk voor. Zuivel en vlees hebben een „onevenredig hoge ecologische impact.” De WRR vindt verder dat de overheid het aanbod van ongezonde producten, die bijvoorbeeld veel zout, suiker of vet bevatten, desnoods met wetgeving moet afremmen als convenanten met het bedrijfsleven onvoldoende soelaas bieden.