Heb moslims lief
Heb moslims lief als jezelf, stelt Martijn Leeftink.
In de afgelopen zomer kregen we veel ellende te zien. Een cirkel van haat baande zijn weg door de volkeren. De verschrikkelijke terreur van IS vormt daarin een dieptepunt.
Het kreeg ook zijn weerslag in Nederland. In de Schilderswijk in Den Haag verklaarden enkele IS-aanhangers zich bereid om hun territorium en de islam te verdedigen. Kritiek op IS is in hun ogen ordinaire moslimhaat. Rechts Nederland onder aanvoering van Pro Patria en Geert Wilders speelde daar natuurlijk op in. Hierdoor ontstond een grimmige sfeer.
Van Nederlandse moslims werd geëist zich tegen IS uit te spreken, terwijl die tegelijk als de ”ware islam” werd neergezet. Alle moslims die er geen afstand van nemen, horen hier volgens Wilders en anderen niet thuis en moeten weg. Hierdoor ontstond een wij-zij-sfeer. Daarbij zijn ”zij”, de moslims, de vijand, die we anders mogen behandelen.
Offensief
Wie zo denkt is blind voor de realiteit dat talloze in Nederland geboren en getogen moslims niets met IS te maken willen hebben. Zij voelen zich in een hoek gedrukt waarin ze zich niet thuis voelen. Toch blijken helaas veel christenen dit gedachtegoed te delen. Wij zijn echter geroepen tot iets anders: „Hebt uw vijanden lief.”
Voor velen is dat slechts een mooie oneliner die hopeloos idealistisch is. Maar deze zogenaamd naïeve uitspraak heeft heel concreet betekenis voor onze omgang met Nederlandse moslims. De vicieuze cirkel van haat, zoals die in Syrië en Irak demonische proporties heeft aangenomen, kan ook in Nederland groot worden als we haat met haat beantwoorden. De door Jezus gevraagde liefde voor de vijand smoort dergelijk zaad van de haat echter in de kiem. Het doorbreekt de cirkel van haat en voorkomt dat die zich verdiept. Er is dus een offensief van liefde richting moslims nodig.
Klein
Is dat naïef? Zeker niet. De opdracht is om lief te hebben. Niet om voor moslims te bepalen wat de islam is. Ook niet om moslims massaal te veroordelen en ter verantwoording te roepen over dingen waar ze part noch deel aan hebben, zoals de IS-wandaden. Dat is voor hen net zo vermoeiend als wanneer christenen steeds weer moeten uitleggen dat de kruistochten echt niet Bijbels waren en dat seksueel misbruik in de kerk geen goddelijk gebod is.
Liefhebben: in plaats van óver moslims praten, mét hen praten en hun de hand van liefde toereiken. Want moslims zijn onze naasten. Heb hen lief, zei Jezus. Hij was Zelf de personificatie van liefde voor de vijand. Uit liefde voor vijandige mensen werd de grote God zo klein dat Hij mens werd in Jezus Christus. Moslims zeggen vaak „Allahoe akbar” („God is de grootste”). Maar de God van Jezus Christus toont Zich de grootste doordat Hij in Christus voor ons ook klein wilde worden.
Juist nu moslims door liberale, seculiere, rechtse politici worden gemarginaliseerd en in het kamp van de vijand worden geschaard, is het aan u en mij om hen als naaste te zien. Die moslims, die bij ons in de straat wonen, op school zitten, op maandag over het weekend praten bij het koffieapparaat. Niet alleen de ”knuffelturk”, maar ook de ”haatbaard”.
Dat is best spannend. Want misschien blijken het heel gewone, aardige mensen te zijn. Saïed, Fatima, Hatice of Ozan, die gewoon Nederlands spreken, een spijkerbroek dragen en werken in de gezondheidszorg of bij de Belastingdienst. Moslims die zo geschokt en verward zijn over wat anderen in naam van de islam doen, dat ze de oorzaak ergens anders zoeken om het van zich af te zetten. Zo verzinnen ze een „zionistisch complot.”
Praat over hun geloof en over je eigen geloof. Ook over IS. En accepteer hun antwoorden, die wellicht anders zijn dan wij zouden willen. Zie hen als mensen die God niet kennen zoals Hij Zich heeft laten kennen in Jezus Christus. Vertel hen over Hem Die door Zijn vijanden lief te hebben, de vrede bracht. Vrede met God. Verklaar moslims díé vrede, in plaats van de oorlog.
Retoriek
De gebeurtenissen in de Schilderswijk zijn een voorbeeld van liefdeloosheid. Veel van de rechtse sympathisanten hebben niet lief. De islam als zodanig ook niet – want Allah heeft alleen lief wie goed doet. Om dat te krijgen moet je je stinkende best doen. Zo stinkend je best dat je roomser wordt dan de paus of islamitischer dan Mohammed. Met alle gevolgen van dien.
Gods liefde is een geschenk om weer uit te delen. Moslims zullen dat echter nooit zien, als christenen die claimen Jezus te volgen, die liefde niet uitdelen. Als moslims alleen haat en uitsluiting tegenkomen, wordt het oog om oog en blijft het zoals het is, of erger.
Als christenen gaan we niet mee in de platte retoriek van „minder, minder, minder”, maar maken we Jezus’ zogenaamd onrealistische gebod concreet: Heb je vijand, je naaste, de moslims, lief! „Meer, meer, meer.”
De auteur is directeur van Het Kruispunt in Rotterdam, een ontmoetings- en toerustingscentrum voor christenen om met moslims in gesprek te gaan.