Maak winst geen voorwaarde voor duurzaam ondernemen
Nadenken over duurzaamheid is nadenken over de waarden die we willen nastreven, stelt Lars Moratis.
Er lijkt de laatste tijd onmiskenbaar beweging te zitten in de duurzaamheidsagenda van VNO-NCW. Het afscheid van voormalig voorzitter Bernard Wientjes stond goeddeels in het teken van het toenemende belang van duurzaamheid voor ondernemend Nederland. Dat dit goed nieuws is, behoeft weinig betoog. Immers, meer aandacht voor duurzaamheid betekent in essentie simultane meerwaarde voor bedrijf én samenleving.
Voordat het zover kwam, moest er wel wat water door de Rijn. De bedrijvenlobby heeft tijden gekend dat hij zich minder gelegen liet liggen aan duurzaamheid. Daarnaast doet de aandacht voor duurzaamheid tijdens het afscheid van Wientjes de wenkbrauwen toch ook wel wat fronsen. Het lijkt een bevestiging van het patroon dat invloedrijke bestuurders vooral na hun afzwaaien (en daarmee vanaf de zijlijn) aandacht voor duurzaamheid hebben. In die zin is het nog maar te bezien hoe de nieuwe voorzitter van VNO-NCW, Hans de Boer, zich op dit punt zal manifesteren.
Inhoudsloos
Uit de mond van De Boer werd in 2009 nog opgetekend dat winst een voorwaarde is om te werken aan duurzaamheid. Met andere woorden: eerst winst, dan duurzaamheid. Maar recent nam hij in een column een ander standpunt in. Kort en goed komt dat erop neer dat er economische waarde zit in duurzaamheid. Er liggen legio groeikansen en profileringsmogelijkheden voor Nederlandse bedrijven. Mensen die denken dat bedrijven tegen duurzaamheid zijn, zo stelt hij, hebben decennialang onder een rots geleefd.
Dat is dus een iets genuanceerder standpunt: winst door duurzaam ondernemen. Voor iemand bij wie economische argumentatie de rode draad is, is dat een begrijpelijke opvatting. Tegelijkertijd is het opnieuw de logica van: „Als het maar geld oplevert.” En dat doet duurzaam ondernemen gelukkig steeds vaker.
Deze ontwikkeling verdient het om als positief te worden beoordeeld. Toch is het te hopen dat de duurzaamheidsagenda van De Boer, zeker nu hij op een van de invloedrijkste posities van Nederland zit, verder strekt dan alleen deze businesscaseopvatting over duurzaamheid.
Ten eerste omdat in het streven naar winst duurzaamheidsambities onder druk kunnen komen te staan. In zijn net verschenen boek ”Duurzaamheidsoorlog” stelt Cobouwjournalist Thomas van Belzen dat de bouwsector duurzaamheid inhoudsloos heeft gemaakt. Regels voor duurzaam bouwen zijn de afgelopen decennia onder invloed van bedrijven bewust veelvuldig veranderd, waardoor het predicaat duurzaam niets meer voorstelt. Dat kun je vertalen als het failliet van duurzaamheid, maar je kunt het ook zien als het gebrek aan maatschappelijke commitment van het bedrijfsleven.
Ook is het te hopen dat de duurzaamheidsagenda van De Boer verder strekt dan louter ”winst door duurzaam” omdat er belangrijke waarden verloren gaan in zo’n opvatting. Eigenlijk is het heel vreemd dat er een economisch argument moet zijn om aandacht voor gezondheid, milieukwaliteit, veiligheid, cultuur en het welzijn van toekomstige generaties te hebben.
Waarden
Duurzaam ondernemen is niet alleen belangrijk omdat je er geld mee kunt verdienen, maar ook omdat het waarden vertegenwoordigt die de moeite van het nastreven waard zijn. Zeker een land dat op plaats 4 in de Global Wealth Index staat, zou zich dat moeten realiseren. Anders gesteld: eerst duurzaam ondernemen, dan winst. En dat gaat dan niet over filantropie („eerst winst, dan duurzaam” heeft daar nog meer van weg), maar veel meer over met elkaar vaststellen dat er meer is dan winst maken. Dat mensen dat verwachten van bedrijven, blijkt niet alleen uit veel onderzoek, maar wordt ook krachtig geïllustreerd door de recente wereldwijde klimaatmarsen.
Eerst winst, dan duurzaam. Winst door duurzaam. Eerst duurzaam, dan winst. Uiteindelijk gaat het niet over of-of. Het gaat ook niet alleen om en-en. Het gaat om de hiërarchie van waarden die we met elkaar willen nastreven. Hopelijk heeft ieder van deze drie opvattingen en de waarden die zij vertegenwoordigen een plaats op de duurzaamheidsagenda van De Boer. En hopelijk hoeft hij jaren na zijn eigen afzwaaien niet te constateren dat hij onder een rots heeft geleefd.
De auteur is docent maatschappelijk verantwoord ondernemen.