Inkomen varkenshouders staat onder druk
LUNTEREN. Zelden maakte de verwachtingsprijs voor vleesvarkens, opgemaakt door veehandelarenbond Vee&Logistiek Nederland, zo’n duikeling als afgelopen week. De notering per kilo geslacht gewicht ging van 1,52 naar 1,40 euro. „Dat betekent voor ons deze week 5700 euro minder inkomsten”, zegt veehouder Gijs van Ommeren uit Lunteren.
Gisteravond ging de ”beursprijs” opnieuw omlaag, deze keer met 4 cent naar 1,36 euro. Het zegt veel over de situatie in de sector. De varkenshouderij verkeert in zwaar weer. Inkomens staan onder druk, gezinsbedrijven dreigen om te vallen. Vier brancheorganisaties van varkenshouders, slachterijen en voerleveranciers –verenigd in het Platform Varkensketen– vroegen het kabinet deze week om hulp. Het platform denkt concreet aan extra geld voor promotie en voorlichting over vlees en „maximale” toegang tot compensatie voor de gevolgen van de Russische voedselboycot.
In een brief aan staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) wijzen de organisaties erop dat de marktsituatie „zeer zorgelijk” is. De toch al lage varkensprijzen zijn de afgelopen periode fors gedaald. Vooral de weggevallen export naar Rusland is daar debet aan. Sinds februari importeert dat land geen varkensvlees meer uit de Europese Unie, omdat in Litouwen een wild zwijn besmet bleek met Afrikaanse varkenspest.
De EU vond dat geen gegronde maatregel –in Rusland waart varkenspest al jaren rond– en probeerde de grens via onderhandelingen weer open te krijgen. In augustus stelde Rusland echter een algehele boycot op voedsel uit de EU in, als antwoord op westerse sancties tegen het land. Die laatste waren ingesteld vanwege de Russische bemoeienis met Oekraïne.
Rusland is voor Nederland de belangrijkste afzetmarkt van varkensvlees buiten de EU. Vorig jaar ging het volgens het Platform Varkensketen om 55.000 ton met een waarde van zo’n 150 miljoen euro. Sinds de importstop proberen exporteurs voor dit vlees andere bestemmingen te vinden, maar daar kunnen ze het alleen voor lagere prijzen kwijt.
Volgens de brancheorganisaties is de opbrengstderving voor varkenshouders de afgelopen maanden opgelopen tot gemiddeld 20 euro per afgeleverd varken. Voor een bedrijf met 2000 vleesvarkensplaatsen betekent dit een opbrengstderving van 2400 euro per week, ofwel ruim 120.000 euro op jaarbasis. Ook zeugenhouders zijn de dupe: de biggenprijs, die in april nog op 52 euro stond, komt naar verwachting komende week uit op 25,50 euro per big.
Gijs (52) en Evelina (51) van Ommeren hebben in Lunteren een veebedrijf met 4000 vleesvarkensplaatsen en 70 melkkoeien. Elke twee weken leveren zij via een handelaar 500 varkens af voor de slacht, die gemiddeld 116 kilo wegen, wat overeenkomt met 95 kilo geslacht gewicht. De lage varkensprijs kost hun handenvol geld. De forse prijsdaling van afgelopen week betekent 5700 euro minder inkomsten bij de laatste aflevering, rekent Gijs voor. De eveneens verlaagde biggenprijs –de biggennotering zakte in twee weken tijd met 4 euro– compenseert dat slechts voor een deel.
In andere jaren herstelden de varkensprijzen, die in het voorjaar altijd naar beneden gaan, zich na de zomervakantie. Dit jaar blijft het herstel echter uit. „Dat is een heel slecht teken”, vindt Evelina. „De beursprijs is even 1,80 euro geweest, maar is nu al een hele tijd veel te laag. Als we alleen varkens hadden, zag het er zorgelijk uit. Gelukkig hebben wij de koeien er nog bij en verhuren we een schuur aan een zoon, die een mechanisatiebedrijf heeft.”
Het komt erop aan „scherp” te zijn bij inkopen, vindt het echtpaar. Vooral het veevoer is een grote kostenpost. De Van Ommerens mengen zelf brijvoer voor hun varkens. De grondstoffen kopen ze los in, en afhankelijk van de prijzen daarvan wisselt de samenstelling van de brij. „Ik heb het aandeel mais wat verminderd, omdat dat momenteel duur is”, geeft Gijs als voorbeeld.
Zelf je voer samenstellen, met de bijbehorende schaalvoordelen, is voor kleinere bedrijven echter niet haalbaar, erkent de veehouder. Hij weet dat verschillende collega’s verlies lijden, soms fors verlies.
Tegelijk is scherp ondernemen ook belangrijk aan de afzetkant. De beursprijs is uitgangspunt, maar elke varkenshouder onderhandelt zelf met zijn handelaar over een toeslag daarop. De familie Van Ommeren heeft een vaste afnemer, die weet welke kwaliteit zijn dieren hebben. Gijs: „Een hoger vleespercentage levert een betere uitbetaalprijs op. Wij kopen biggen van een kruising die daarop is gefokt. Ook de voederconversie (kilo’s voer nodig voor de productie van 1 kilo vlees, TR) is relatief laag.”
De varkenshouder betwijfelt of de noodkreet van de brancheorganisaties van deze week veel zal helpen. „Leuk dat ze extra geld vragen voor promotie, maar van de binnenlandse markt moeten wij het niet hebben. Verreweg het meeste vlees gaat de grens over.”