„Ik wil geen viscontroleur bij mijn pootaardappelen”
DEN HAAG. De keuringsdiensten in de akker- en tuinbouw doen goed werk en moeten zelfstandig blijven. Dat heeft de Tweede Kamer deze week uitgesproken. Onder anderen pootaardappeltelers zijn opgelucht.
Eind juni leverde hij 1300 handtekeningen af bij de Kamer. Pootaardappelteler Piet Boudeling uit Swifterbant had die samen met enkele collega-boeren binnen drie weken weten te verzamelen. De steun voor de actie was massaal: Nederland telt volgens de keuringsdienst voor akkerbouwgewassen NAK in Emmeloord ongeveer 1400 gespecialiseerde pootgoedbedrijven. Die zijn voor een groot deel van hun inkomen afhankelijk van de export.
„Het NAK-certificaat is voor afnemers wereldwijd een garantie voor kwaliteit. Dat willen we zo houden”, zegt Boudeling. Hij is dan ook „blij” met de steun van de Kamer. Die stemde dinsdag voor een motie van CDA-Kamerlid Geurts, waarin de regering wordt gevraagd de „huidige uitvoeringsstructuur” van de keuringsdiensten in stand te laten. Ook VVD en PvdA steunden de motie, terwijl die in het regeerakkoord juist hadden afgesproken om alle keuringsdiensten onder het publieke domein te brengen.
Boudeling gruwde van het idee dat de NAK onderdeel zou worden van de voedsel- en warenautoriteit NVWA, zoals een optie was. „De NVWA hangt als los zand aan elkaar. Ik moet er niet aan denken dat iemand die in Urk vis controleert en wat tijd overheeft, bij mij de pootaardappelen komt keuren.”
Ook Geurts zegt opgelucht te zijn. „Het kabinet wilde zonder goede redenen een goed werkend systeem om zeep helpen. Daar hebben we een stokje voor kunnen steken. Ik hoop dat dit de onrust bij de keuringsdiensten wegneemt.”
Volgens het Kamerlid lagen in het kabinetsplan bureaucratie en hogere tarieven op de loer en zou de exportpositie van Nederlands uitgangsmateriaal (zaaizaad en plantgoed) gevaar lopen. „Het NAK-certificaat is goud waard. Onze pootgoedteelt voldoet aan strenge eisen, strenger dan in Europa verplicht is. Dat moet zo blijven.”
Directeur Eric Casteleijn van de NAK is het daarmee eens. „Als we publiekrechtelijk worden, kunnen we in de toekomst niet strenger zijn dan elders in Europa. Brussel wil de mogelijkheid voor nationale aanvullende eisen namelijk schrappen. Maar daarmee zouden we onze voorsprong op de concurrentie kwijtraken.”
Volgens Casteleijn is het keuringssysteem een van de motoren achter het exportsucces van de Nederlandse akker- en tuinbouw, die vorig jaar goed was voor een omzet van 20 miljard euro.
Naast de NAK blijven ook de keuringsdiensten voor uitgangsmateriaal van tuinbouwgewassen, bloembollen, groenten en fruit en biologische gewassen zelfstandig.