Grondslagdebat ChristenUnie gevolg van ingeslagen koers
DEN HAAG. De ChristenUnie wil evangelischen en behoudende rooms-katholieken een volwaardige plaats geven in de partij. Dat is een gevolg van de koers die de partij bij de vorming in 2000 insloeg.
Iedereen die lid wil worden van de ChristenUnie moet de Uniefundering ondertekenen. Die luidt: „Zij (de ChristenUnie, GV) fundeert haar politieke overtuiging op de Bijbel, het geïnspireerde en gezaghebbende Woord van God, die door de Drie Formulieren van Eenheid wordt nagesproken en die ook voor het staatkundig leven wijsheid bevat.”
Welbeschouwd vraagt de partij van aspirantleden onderschrijving van de drie gereformeerde belijdenisgeschriften. Dat is voor evangelischen een probleem, omdat zij anders aankijken tegen kinderdoop en vrije wil. Roomsen storen zich onder meer aan de passage in de Heidelbergse Catechismus die de roomse mis betitelt als „een vervloekte afgoderij.”
Om evangelischen en roomsen niet langer voor het hoofd te stoten bij onderschrijving van de grondslag, wil de partij nu een debat voeren, zo werd gisteren bekend. Het hoofdbestuur heeft besloten nog geen standpunt in te nemen, maar een suggestie van het Wetenschappelijk Instituut (WI) voor te leggen. Dat is een werkwijze die het partijbestuur uit de wind houdt, maar toch voor debat zorgt.
Het WI stelt voor om het apostolicum in de grondslag op te nemen. Passages uit de gereformeerde belijdenisgeschriften die politieke betekenis hebben, zouden uitwerking kunnen krijgen in andere partijdocumenten.
De Uniefundering was bij de oprichting van de ChristenUnie in 2000 een compromis tussen de twee partijen die opgingen in de nieuwe partij: de Reformatorisch Politieke Federatie (RPF) en het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV). De RPF, waarin protestanten en evangelischen samenwerkten, had een lossere binding aan de belijdenisgeschriften. De partij vroeg alleen onderschrijving van die passages in de Drie Formulieren die gingen over het gezag van de Bijbel. Het GPV, dat vooral bestond uit leden van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, had wel een strikte binding aan de belijdenisgeschriften. De GPV’ers hechtten destijds sterk aan deze binding en dat haalden ze binnen.
Maar vanaf de oprichting van de partij was al duidelijk dat de CU een brede beweging wilde zijn. De gekozen naam, ChristenUnie, was daar een bewijs van. Nadrukkelijk is niet gekozen voor een naam met ”gereformeerd” of ”reformatorisch” erin. Zelfs niet voor een partijnaam met ”protestants”. Bewust is de bredere naam ChristenUnie gelanceerd. Destijds waren er nogal wat GPV’ers die daar moeite mee hadden, zoals oud-Kamerlid en oud-minister Van Middelkoop. Hij had graag het woord gereformeerd in de partijnaam gezien. Veertien jaar later valt dit soort geluiden in de partij niet meer te beluisteren.
Vrijwel de gehele partij ziet evangelischen en katholieken graag komen. Enkele congressen terug aanvaardde de partij nog een uitspraak dat roomsen van harte welkom zijn. Dat pad gaat de partij nu formeel effenen.