Parma laat topman Parmalat vallen
Na de val van Parmalat zetten de inwoners van Parma hun kompas op de degelijke pastamakers van Barilla en het nieuwe voedselbureau van de Europese Unie.
„Vandaag begint in Parma de renaissance.” Dat zei de burgemeester van Parma deze week bij de jaarlijkse uitreiking van een onderscheiding aan stadsgenoten die zich verdienstelijk hebben gemaakt. Een paar jaar geleden was Calisto Tanzi, topman van het zuivelconcern Parmalat, die eer nog te beurt gevallen.
In een maand tijd is het de burgemeester gaan duizelen. Eerst kreeg hij te horen dat zijn stad was uitverkozen als vestigingsplaats van het Europese voedselbureau. Een paar dagen later stortte het Parmalat-imperium in. „Deze tegengestelde ontwikkelen veranderen onze stad radicaal”, meende de burgemeester. Kennelijk in positieve richting.
In december werd in Parma het Barilla Center ingewijd, een winkelcentrum annex megafilmzaal en luxe hotel. Dat was een extra slag in het gezicht van de familie Tanzi. De Tanzi’s zijn met de familie Barilla de grootindustriëlen van Parma, een stad met 150.000 inwoners. De Tanzi’s begonnen ergens in de vorige eeuw melk van boeren te kopen en er gepasteuriseerde melk en yoghurt van te maken. Onder Calisto Tanzi groeide het eenmanszaakje uit tot een multinational.
De Barilla’s opende in 1877 een winkel in brood en pasta. Onder leiding van Pietro Barilla ontstond daaruit een onderneming die in de gehele wereld synoniem staat voor pasta.
Tussen Barilla en Tanzi bestaat een lichte vorm van jaloezie. In Parma maken ze de rekening op. De kinderen van Pietro worden graag in de stad gezien, omdat -zo wordt gezegd- „ze gewoon naast je in de pizzeria zitten zonder lijfwacht.” De kinderen van Tanzi gaan al sinds de lagere school niet het huis uit zonder een bodyguard. In Parma komen ze zelden.
En dan is er de nijd tussen de stad en het platteland. De stedelingen worden, net als de beroemde kazen, Parmezanen genoemd. Zij hebben het niet zo op Parmenezen uit de rest van de provincie. Barilla is een Parmezaan, Tanzi een Parmenees. Hij komt uit het dorpje Collecchio, 11 kilometer ten zuidwesten van de grote stad. Daar staat ook het hoofdkantoor van de onderneming.
De enige keer dat de stad Tanzi als een held binnenhaalde was toen de voetbalclub Parma in 1993 de Europacup II won. Dat voetbalspeeltje hebben de Tanzi’s vorige week onder druk van schuldeisers ook moeten opgeven.
Beide families hadden zo hun politieke voorkeur en steunden hun favoriete partijen, zonder op het verkeerde paard te wedden. Onder Berlusconi veranderde dat. Toen de premier twee jaar geleden in Parma zijn opwachting opmaakte, onthaalde de gehele plaatselijke zakenwereld hem enthousiast. De enige die hem koel benaderde, zo herinnert iemand zich, was Tanzi.
Hij schurkte daarentegen graag aan tegen prelaten van de rooms-katholieke kerk. De nu in de gevangenis zittende Calisto leende in de jaren ’80 zijn privé-jet uit om een pauselijke diplomatieke missie in Libië te laten volbrengen. „Als hij niet zo’n goede christen was geweest”, zegt iemand anders, „had hij misschien wel zelfmoord gepleegd.” De 75-jarige Mario Tommasini, die een instituut beheert voor de opvang van verstandelijk en lichamelijk gehandicapten, herinnert zich Tanzi als mecenas. „De meeste grootondernemers van de stad hielpen ons met voedsel, huisvesting en kleding. Maar Tanzi hielp ons ook met projecten in Brazilië en de Ivoorkust.”
Parmalat heeft in Collecchio 1100 werknemers en in de rest van de provincie Parma 2200 mensen in loondienst. In een eethuis in Parma zitten aan een tafel twee werkneemsters van Parmalat en twee chauffeurs die voor een zuiveltransporteur werken. Een financieel adviseur zit aan een ander tafeltje en zegt dat hij niet bang is dat spaarders en kleine investeerders in Parma in problemen komen. „In de jaren ’80 was Parmalat kortstondig in problemen. De Parmezanen hebben een goed geheugen en ze hebben echt niet meer dan 10 procent van hun tegoed in obligaties Parmalat zitten.”
Zou Barilla op de beurs worden genoteerd dan koopt iedereen in Parma die aandelen, meent hij. Barilla staat voor degelijkheid. Guido Barilla, de zoon van Pietro, werd in 2003 door het Amerikaanse tijdschrift Business Week bewierookt als een van de beste Europese managers. Tanzi’s dochter Francesca liet een miljoenenschuld achter bij een dochterbedrijf. De Parmezanen (en Parmenezen) krijgen er niet genoeg van om vergelijkingen te maken. En de Tanzi’s komen er slecht van af.