Aanklacht tegen Daimler wegens rol bij vuile oorlog
Tegen de Duits–Amerikaanse autofabrikant DaimlerChrysler is in de Verenigde Staten een aanklacht ingediend. Het bedrijf zou hebben samengewerkt met het voormalige militaire bewind in Argentinië, circa dertig jaar geleden.
De aanklacht komt van familieleden van mensen die tijdens de zogeheten vuile oorlog eind jaren zeventig zijn verdwenen of gemarteld. Volgens hen speelden leidinggevenden van een Mercedes–Benzfabriek bij Buenos Aires namen en adressen van een aantal medewerkers door aan Argentijnse veiligheidstroepen. Als gevolg daarvan verdwenen negen mensen die vermoedelijk zijn vermoord. Acht anderen werden gemarteld, aldus de aanklacht.
De slachtoffers waren vakbondsleiders die door de Argentijnse dictatuur als onwelgevallig werden bestempeld. Hun familieleden zullen voor een rechtbank in de Amerikaanse stad San Francisco een nog onbekend bedrag eisen, zo werd woensdag bekendgemaakt.
Het Amerikaanse Chrysler fuseerde in 1998 met het Duitse Daimler, waar Mercedes onder valt. Volgens DaimlerChrysler zijn er geen bewijzen dat de leiding van de fabriek indertijd fouten heeft gemaakt. Het bedrijf wil verder niet reageren.
Op grond van de tweehonderd jaar oude Alien Tort Claims Act kunnen buitenlanders in de VS een proces aanspannen tegen Amerikaanse ondernemingen die zich schuldig zouden hebben gemaakt aan schending van de mensenrechten. De vuile oorlog in Argentinië heeft vermoedelijk ongeveer 30.000 mensen het leven gekost.