Last minute meedoen met belijdeniscatechisatie
Belijdeniscatechisatie: ja/nee? De meeste jongeren hebben voor dit jaar hun keuze al gemaakt. Neezeggers hebben er net zo goed over nagedacht als jazeggers. Mogelijk zelfs ermee geworsteld. En zijn uiteindelijk tot een besluit gekomen om (nog) niet te gaan. Het zou zomaar kunnen dat dat besluit gebaseerd is op een van de volgende drie misverstanden.
Mogelijk zijn er jongeren die twijfelen of ze wel deel willen blijven uitmaken van het kerkverband waarbij hun gemeente hoort. Ze vinden de kerk te breed of juist te smal, te zwaar of juist te licht. Ze hebben het gevoel dat lidmaatschap van een bepaald kerkgenootschap niet past bij hun identiteit. Dit is het eerste misverstand. Als je belijdenis doet, belijd je niet dat je tot een bepaald kerkverband behoort.
Als het niet gaat over de Kerk met een hoofdletter, gaat het bij het woord gemeente in het Nieuwe Testament altijd over een plaatselijke gemeente. Zo is de brief aan de Galaten geschreven aan de gemeenten die in Galatië zijn. Meervoud dus. In Romeinen 16 schrijft Paulus over de gemeente in het huis van Aquila en Priscilla. Als je belijdenis doet, ga je als volwassene deel uitmaken van de plaatselijke christelijke gemeente.
Overigens is dat nog niet het belangrijkste. Het eerste is dat je met belijdenis des geloofs voor God en de mensen belijdt dat je lid bent van de geestelijke kerk. Daarmee ben je verbonden met christenen over de hele wereld en met de triomferende kerk in de hemel. Pas in de derde plaats komt het kerkgenootschap.
Kruis dragen
Een tweede misverstand heeft te maken met verwachtingen. Sommige jongeren hebben moeite met belijdenis doen omdat ze vinden dat de kerk er allerlei regeltjes en opvattingen op na houdt waar ze het niet mee eens zijn. Soms worden die leefregels bij een gesprek over belijdenis ook ter sprake gebracht door de kerkenraad. Een aantal jongeren vindt dat nergens op slaan.
Het misverstand lijkt me dit: de gedachte dat het lid-zijn van een christelijke gemeente mooi aansluit bij je leven. Maar dat is nu niet meteen het kenmerk van een leven als christen. Integendeel. De Heere Jezus zegt: Wie Mij wil volgen, moet een kruis dragen. In het Oude Testament staat: Goed dat men het juk in zijn jeugd draagt. Het is dus juist een goede oefening. Zo raak je gewend aan een christelijke levenshouding: jongeren, wees de ouderen onderdanig (1 Petrus 5:5).
Mooie kant en lelijke kant
Door je loyaal op te stellen tegenover de regels die in jouw gemeente gelden, door je te voegen, daar wat voor over te hebben, laat je zien dat je er echt bij wilt horen. Je wilt er iets voor doen, of iets voor opgeven. Het is je de moeite waard. Met eerbied gesproken: er was ook weinig logica in het verbod om van die ene boom te eten in het paradijs. Waarom zou dat niet mogen? Toch was het een zegen dat die boom er stond. Op die manier konden de mensen namelijk laten zien dat ze werkelijk van de Heere hielden.
Soms denken jongeren dat je beter nog niet op belijdeniscatechisatie kunt gaan omdat je nog niet bekeerd bent. Dat is ook een misverstand. Een misverstand met een mooie kant en met een lelijke kant. De mooie kant: je beseft dat je geen belijdenis kunt afleggen zonder het ware geloof. De lelijke kant: je gaat ervan uit dat de Heere je ook dit jaar niet dat geloof geeft. Je stelt je bekering een jaar uit. Maar juist als het iemands verlangen is om met een oprecht hart belijdenis af te leggen, zou hij of zij zich moeten opgeven. Om het te wagen met de Heere. Zich aanmelden met het oog op Hem Die het verlorene zoekt. Dan zou iemand die onbekeerd met belijdeniscatechisatie start, rond Pasen het jawoord kunnen uitspreken met een nieuw, levend en hartelijk verlangen om de Heere te dienen. Dat zou zeker niet de eerste keer zijn.
Hoewel in een aantal gemeenten de periode van aanmelding voorbij is, zal er toch ruimte zijn voor jongeren die zich nog willen aansluiten. Last minute.